Provincie terug naar af bij uitbreidingsplannen BioMoer

De RvS zet een streep door de lopende uitbreidingsvergunning van BioMoer en stelt de provincie in het ongelijk. Natuurorganisaties zijn echter nog niet gerust en vrezen een hernieuwde aanvraagprocedure. (Tekst en foto: Han Verbeem)

BERGEN OP ZOOM – De uitbreiding van mestvergistingscentrale BioMoer is opnieuw een halt toegeroepen. De Raad van State heeft de vergunning verworpen die het provinciebestuur voor de geplande capaciteitsvergroting van 43.500 ton op jaarbasis heeft verleend – zo blijkt woensdag uit een uitspraak van het hoogste rechtscollege. Volgens de RvS zou de provincie bovendien onvoldoende hebben gekeken naar de milieugevolgen, onder meer voor het nabijgelegen Pottersbos. De uitspraak betekent dat de vergunningprocedure opnieuw zal moeten worden opgestart; het is niet bekend of de provincie daaraan medewerking zal verlenen.

De vergunningprocedure loopt al sinds 2011 en de uitbreidingsplannen zijn sindsdien aangepast. Aanvankelijk wilde BioMoer een capaciteitsversterking van 50.000 ton maar dat werd naar beneden bijgesteld – onder meer na druk van lokale politiek en milieuorganisaties. De gemeente Roosendaal en het Brabantse college van Gedeputeerde Staten zijn vóórstander van de uitbreiding, omdat deze de mestverwerkingsinitiatieven als een duurzame ontwikkeling zien bij de aanpak van het mestoverschot en het sluitend krijgen van de mineralenkringlopen. Bij BioMoer wordt dierlijke mest, in combinatie met plantaardig materiaal, vergist tot methaangas. Daarmee wordt onder meer energie opgewekt voor nabijgelegen agrarische bedrijven en kwekerijen. Het resterende materiaal na vergisting, het zogeten digestaat, wordt verder benut als meststof: de organisch gebonden stikstoffen worden in het vergistingsproces omgezet tot minerale stikstof. Dit mineralisatieproces ligt bij digesteerde mest aanmerkelijk hoger dan bij drijfmest: 45% ten aanzien van 30%.

Rendabiliteit versus natuurbelasting

Om dit co-vergistingsproces rendabel te maken is een capactiteitsvergroting noodzakelijk, aldus de voorstanders. Tegenstanders betogen echter, dat mestverwerkingsinitiatieven zoals deze worden aangegrepen om de intensieve veehouderij in stand te houden, onder meer in oostelijk Brabant, en vrezen mesttransporten van het oosten naar westelijk Brabant. Daarbij zou de ligging in het natuurrijke Halsters Laag vogens bezwaarmakers niet geschikt zijn voor een vergistingsinstallatie, met verkeerstoename en verstoring van de natuur. De mineralenkringloop zou bovendien niet gesloten worden, omdat grondstoffen voor bijvoorbeeld veevoer geimporteerd worden uit landen als Brazilie. Er is maar één oplossing voor het mestoverschot, zo stellen de bezwaarmakers: minder dieren en grondgebonden landbouw.

Hevige oppositie

Een viertal milieuorganisaties voert daarom hevig oppositie tegen de uitbreiding en hebben de vergunning keer op keer aangevochten. Daarbij vonden ze een meerderheid in de Bergse raadspolitiek aan hun zijde. Uiteindelijk heeft gemeente Bergen op Zoom de deur dichtgegooid door de benodigde 'verklaring van geen bedenkingen' op de vergunning niet af te willen geven. Vervolgens kwam de kwestie voor de tweede maal bij de RvS, waar het provinciebestuur enerzijds en de gemeente Bergen op Zoom met de natuurorganisaties anderzijds tegenover elkaar stonden. Daarbij is de lopende vergunning nu definitief naar de prullenbak verwezen.

Milieunormering

De Raad van State geeft echter géén inhoudelijk oordeel over de uitbreiding -behoudens de kanttekeningen rondom het Pottersbos- maar kijkt naar toetsing aan milieunormen en het eigen beleid van de provincie, zoals deze onder meer is vastgelegd in de Verordening Ruimte. Bij een eventuele hernieuwde vergunningprocedure zal zeer waarschijnlijk de aangepaste Verordening worden getoetst, die in juni 2017 is vastgesteld. Daarin zijn strengere regels opgenomen over mestverwerking in de nabijheid van kwetsbare natuur, de zogeheten Groen-Blauwe Mantel.

Reacties

Zowel de gemeente Bergen op Zoom als het provinciebestuur hebben kennis genomen van de uitspraak maar zeggen op dit moment nog niet inhoudelijk te kunnen reageren. Een woordvoerder van de vier milieuorganisaties stelt dat de langlopende kwestie alleen verliezers kent en "een waar hoofdpijndossier is voor beide kanten". Tegelijk zijn de organisaties blij dat de RvS hen voor een tweede keer in het gelijk heeft gesteld en zeggen de verdere ontwikkelingen af te wachtem. Vanuit BioMoer was woensdagmorgen geen woordvoerder bereikbaar voor commentaar.