Anderhalve ton voor één kogel, een mortiergranaat en enkele scherpe patronen

Bij sloopwerkzaamheden en herinrichtingen van straten is ook het afgelopen jaar gezocht naar mogelijke explosieven uit WOII. Dat leverde enkele patronen en een staartdeel van een mortiergranaat op. (Foto: Pixabay)

BERGEN OP ZOOM – De gemeente heeft vorig jaar ruim anderhalve ton besteed aan het opsporen en opruimen van militaire explosieven die zich nog in de bodem bevinden. Het college van B&W heeft besloten om van deze kosten ruim een ton terug te vorderen bij het Rijk, zo heeft wethouder Patrick van der Velden vandaag bekendgemaakt. Het college zal daartoe een voorstel indienen bij de gemeenteraad. Volgens het college heeft de opsporingsactie geresulteerd "in het vinden van een kogel, een staartstuk van een mortiergranaat en een mitrailleurmagazijn met enkele scherpe patronen."

Behalve de totale kosten die in 2018 in diverse projecten zijn gemaakt, is dit jaar ook gestart met het project om te komen tot een CE-bodembelastingkaart", laat Van der Velden weten. Het betreft een riscokaart voor de hele gemeente Bergen op Zoom, waarop alle locaties van oorlogshandelingen zijn aangegeven. 

Rijk vergoedt 70 procent

In totaal heeft de gemeente in 2018 een bedrag van 157.790 besteed aan onderzoek naar en verwijdering van explisieven uit WOII. Van deze kosten wordt 70 procent door het Rijk vergoed, aldus de wethouder. Deze onderzoeken hebben plaatsgevonden bij onder meer de Smitsvest, het gebied rondom de Bergsche Heide, de Jannelandseweg, de Noordzijde Zoom, het herinrichtinggebied IJfstraat en Ganzerikstraat, de Acacialaan, het Klaproosplein, de spoorzone Gageldonk en aan de Geertruidadijk. Volgens de wethouder zijn de onderzoeken "divers van aard en variëren van historisch vooronderzoek, projectgebonden risicoanalyses tot opsporing en detectie."