College verdedigt spotprijs bij verkoop eiland Heide: ‘Dit is heel ingewikkeld’

Het eiland bij het vroegere paviljoen De Heide, nu eigendom van een horecaondernemer. De paviljoententen moeten overigens weggehaald worden, zo heeft de gemeente vorige maand besloten. (Tekst: Han Verbeem, foto/uitsnede: Chris van Klinken)

BERGEN OP ZOOM – "Het zit mij enorm hoog", zegt Louis van der Kallen over de verkoop van het eilandje in De Heide (krap drie hectare groot) voor slechts 30.000 euro. Al eind 2018 heeft hij aan de bel getrokken en inmiddels drie brieven aan het college van B&W geschreven. "Het college weet goed uit te leggen hóe dit is gebeurd, maar niet waaróm." Ook de onafhankelijke taxaties laten te wensen over. "Dit leidt dit discussies in de maatschappij en bij concurrenten van de horecaondernemer. Dit moeten we niet willen als politiek", aldus Van der Kallen. "Ik wil weten wie de adviseurs van het college waren." Er is een enorm tekort aan politieke sensibiliteit. "Zouden we dit moeten willen, en wie bewijzen we hiermee een dienst."

Ook de VVD heeft vragen gesteld over de grond van de Heide. Joost Pals: "Wij misgunnen de ondernemer die het gekocht heeft niets. Sterker nog: we wensen hem en alle ondernemers alle zakelijk succes toe. Maar we hebben als gemeenteraad ook een belang van de gemeente in de gaten te houden."

De grondwaardeberekening is uitgevoerd "vanuit de stoel van de koper", omdat de ook de bouwkosten en aanleggen van voorzieningen voor gemeentelijke rekening genomen zijn. "Een vierkante meter horeca is veel méér dan een vierkante meter agrarisch." Het is niet in het belang van de gemeente, merkt Pals op.

Het hele eiland blijkt ontwikkeld te worden tot horeca-eiland met een complete leisure functie. Niet alleen het bebouwde oppervlak zou tot waardestijging leiden, maar het gehele perceel. Dat alles is niet meegerekend in de verkoop, stelt de VVD'er vast. "We hebben waardering voor een ondernemer maar we kunnen het als armlastige gemeente niet veroorloven dergelijke bedragen kwijt te spelen." Grond met die bestemming moet juist zo duur mogelijk verkocht worden en niet tegen de waarde van een natuur- of agrarische functie. Er komt nu zelfs het risico van ongeoorloofde overheidssteun bij kijken, omdat de gemeente de betreffende ondernemer onevenredig bevoordeeld heeft ten opzichte van andere horecabedrijven in Bergen op Zoom. Onwenselijk, aldus de liberalen.

Reactie college:

De taxateurs hebben twee waarden berekend: de comparatieve en de residuele waarde. Gekozen is voor de laatstgenoemde methode, waarbij de ontwikkelkosten verrekend zijn met de uiteindelijke grondwaarde ná bestemmingswijziging. "In het gebied willen we graag deze ontwikkeling rondom de heide hebben", aldus wethouder Stinenbosch. Het gaat om een ondernemer die bereid is "zijn nek uit te steken". En het initiatief brengt nu eenmaal kosten met zich mee, zoals de aanleg van parkeervoorzieningen. "Normaal gesproken zouden we als gemeente deze ontwikkelkosten zelf moeten dragen. Dat zou in dit geval zo'n vijf miljoen euro zijn."

Nu zijn de lasten voor de ondernemer. Daar komt nog bij, dat het eiland ook bij toekomstig gebruik openbaar toegankelijk moet blijven. "Het blijft altijd moeilijk hoe je zoiets moet doen, maar dit is hoe we het hebben gedaan." De wethouder benadrukt dat het college "open staat voor een debat met de raad over grondbeleid." Voor haar is de lage verkoopprijs niet te beschouwen als een cadeautje. "Het is een reëel bedrag, gezien de verplichtingen die de ondernemer op zich neemt voor het algemeen belang van het gebied."

Niet ongebruikelijk

Het is een "best ingewikkelde situatie", zegt ook gemeentelijk beleidsmaker Pieter Koks, die naast Stinenbosch als adviseur heeft plaatsgenomen achter de collegetafel. Hij vertelt dat deze berekening in een situatie als deze gebruikelijk is. "Er wordt gerekend met een huuropbrengst van 225 euro per vierkante meter, vergelijkbaar met soortgelijke horecagelegenheden."

De feitelijke verkoopwaarde zou "aanmerkelijk beperkt" zijn door de bindende voorwaarden en ook andere taxaties zouden tot dezelfde uitkomst hebben geleid, is de verwachting van Koks. "Als je in een metafoor van een automobiel spreekt, heeft de ondernemer twee wielen gekocht maar moet de rest nog volgen." Pals heeft moeite met deze uitleg. "Als gemeente nemen we het ondernemersrisico over. De plannen zoals die er nu zijn gaan verder dan een gebruikelijke grondverkoop." Pals steunt de toezegging van de wethouder om de systematiek van de residuele grondwaardebepaling in de auditcommissie (financiële commissie) met de gemeenteraad te evalueren.

'Groot cadeau'

Ook andere fracties reageren enigszins zuur op het gemeentelijke grondprijsbeleid in dit dossier. "We hebben als gemeente wel een beetje een groot cadeau gegeven. Als wethouder had ik dat heel anders gedaan", zegt Ton Linssen (Lijst Linssen).

Erik Verbogt begrijpt de maatschappelijke weerstand over de vierkante meterprijs van 1,75 euro. "Ik kan me goed voorstellen dat burgers zeggen: What the f*ck, dat wil ik ook", aldus Verbogt. Fracties als D66 en Samen 0164 hadden liever een erfpachtconstructie gezien, waarbij de gemeente de grond in eigendom had kunnen houden. Adam Ahajaj (PvdA) vreest voor precedentwerking: "Andere ondernemers willen misschien ook op deze manier geholpen worden door de gemeente."