(Foto: Pixabay / Lucas Vasquez)
Louis van der Kallen is raadslid voor de BSD in de gemeenteraad van Bergen op Zoom en waterschapsbestuurder (AB) voor Ons Water bij Waterschap Brabantse Delta. Hij behoort hij tot de Bergse politici die af een toe een gastcolumn aanleveren over een onderwerp dat hier speelt. In deze tijd van de ‘oorlog’ tegen het coronavirus, pleit Louis voor een onderscheiding aan hen die bewezen moed hebben getoond in de strijd tegen deze onzichtbare vijand.
Het is niet gebruikelijk kritiek te hebben op Zijne Majesteit de Koning. Hij is per definities goed, wijs en onschendbaar. Toch moet mij van het hart dat ik nu iets mis bij de traditionele lintjesregen.
door: Louis van der Kallen
Er wordt gevochten. In lichamen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen, hospices, noodhospitalen, en zelfs in speciaal daarvoor geschikt gemaakte hotelkamers vind een strijd plaats tegen een tot voor kort onbekende vijand. Die strijd wordt door velen omschreven als een oorlog. Die plekken waar gevochten wordt is de frontlinie. Verzorgers, doctoren en verplegend personeel moeten en moesten het doen met de beperkte middelen die ze hebben. De wapens (geneesmiddelen, beademingsapparatuur) zijn helaas nog niet altijd effectief en beperkt beschikbaar. De bepantsering (mondkapjes, beschermende kleding, gelaatschermen, luchtbehandeling) zijn beperkt voorradig. Wat ruim voorradig blijkt is liefde voor het vak en de patiënt en vooral moed.
Slachtoffers en helden
Deze strijd is in onze ogen vergelijkbaar met oorlog. Er vallen veel slachtoffers en er zijn helden! Die soms fysiek en/of geestelijk voor het leven getekend het slagveld verlaten. In een oorlog worden de helden gedecoreerd. Soms te velde. Gedecoreerd voor moed, beleid en trouw. Nu kent Nederland niet de traditie van het decoreren van groepen.
Generaal Winkelman
Toch werd er een enkele maal een uitzondering gemaakt. Generaal Winkelman, de opperbevelhebber van de verslagen Nederlandse troepen, onderscheidde op 18 mei 1940 zogenoemde ‘Luchtvaartbrigade’ (de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht) met de Militaire Willems-Orde. Hoewel deze benoeming nooit door de regering is gehomologeerd (bekrachtigd), is deze benoeming juridisch onomstreden.
Tijd voor een nieuwe traditie
Het wordt, gezien deze ‘oorlog’, tijd voor een nieuwe traditie. Waarbij groepen zoals de strijders in deze ‘oorlog’, deze ‘frontlinie’, niet alleen als individu maar ook als groep gedecoreerd kunnen worden. Dat kan mogelijk met een bestaande orde of een in te stellen nieuwe voor groepen. Maar wat ons betreft kan het ook met de Militaire Willems-Orde. In het verleden ontvingen ook burgers die ons land en zijn inwoners gediend hadden, met gevaar voor eigen leven, deze orde. Ook in deze strijd is gevaar voor het eigen leven en dat van de naasten van deze strijders aan de orde.
Groepsdecoratie
Andere landen kennen voorbeelden van een groepsdecoratie. Zo verleende de Britse koning in de Tweede Wereldoorlog aan Malta, voor dapperheid, het George Cross. Het George Cross heeft een plaats gekregen in het wapen en op de vlag van Malta.
Brieven aan burgemeester en CdK
Ondergetekende schreef samen met Mario Nuiten begin april brieven aan de burgemeester van Bergen op Zoom en aan de Commissaris van de Koning (CdK) van Noord-Brabant brieven met het verzoek stappen te ondernemen om te komen tot het verlenen van een onderscheidingen aan hen die in deze ‘oorlog’ met gevaar voor eigenleven in de frontlinie staan.
Zuiverheid en waardigheid
Beiden reageerden op onze brief positief. De CdK heeft onze brief door gestuurd naar de Kanselarij der Nederlandse Orden. Nu maar hopen dat de Kanselier der Nederlandse Orden die zuiverheid en waardigheid van de Orden bewaakt (H. Morsink, Generaal-majoor der Cavalerie b.d.) in kan zien dat ook deze oorlog helden, heldinnen en eenheden kent die geëerd mogen worden voor betoonde moed, beleid en trouw.