De krimp raakt het gehele onderwijs. "Een grote groep leerlingen wordt beperkt in hun wens om nabij naar school te gaan", aldus Duman en Dorigo. (Tekst: Han Verbeem, foto: Pixabay)
BERGEN OP ZOOM – De fractie van D66 in de Bergse gemeenteraad is bezorgd over de vrijheid van schoolkeuze in het middelbaar onderwijs, als gevolg van de krimp. Eerder deze week maakten Juvenaat, Mollerlyceum en Roncalli bekend dat ze gaan fuseren vanwege de afname van het aantal leerlingen. D66 heeft dit uit de media moeten vernemen en noemt de ontwikkelingen 'verrassend', zo schrijven raadslid Ömer Duman en burgerlid Jovita Dorigo aan het college van B&W. De D66'ers willen dat het college met een visie komt en 'de regie pakt' om te voorkomen dat leerlingen buiten de boot vallen als gevolg van krimp en onderwijsreorganisaties.
"D66 staat voor goed onderwijs en keuzevrijheid. D66 erkent dat de krimp van het aantal leerlingen dwingt tot maatregelen binnen het voortgezet onderwijs", zo stellen de fractieleden in hun brief aan het college. Desalnniettemin roepen de plannen bij de twee D66-politici vragen op. Zo willen ze weten sinds wanneer het college op de hoogte is van de fusieplannen en hoe het overleg met de schoolbesturen verloopt.
Geen nabij onderwijs
De krimp raakt het gehele onderwijs, zo constateren de briefschrijvers. "Voor wat betreft het voortgezet onderwijs geldt in ieder geval, dat Bergen op Zoom geen nabij VMBO-basis en -kader meer heeft. Een grote groep leerlingen wordt zo beperkt in hun wens om nabij naar school te gaan", aldus Duman en Dorigo. "Welke visie heeft het college op het behoud van keuzevrijheid in het voortgezet onderwijs in brede zin in het licht van de krimp", zo vragen zij zich af. "Als die visie er is, hoe pakt het college hier dan de regie en wat doet het college eraan om die keuzevrijheid te behouden?"
Financiële consequenties
Ook vrezen de D66-politici dat de fusie van de drie scholen financiele consequenties heeft voor de gemeente. Zij vragen het college daarom: "Welke gevolgen heeft het samengaan van de scholen voor de schoolgebouwen?" En: "Welke financiële gevolgen zou nieuwbouw of verbouwing voor de drie scholen waarvan nu sprake is hebben voor de gemeente?" De briefschrijvers willen van het college binnen 30 dagen schriftelijk antwoord op hun gestelde vragen.