Tekst: Han Verbeem, illustratie: Pixabay / Arek Socha
BERGEN OP ZOOM – D66-raadslud Ufuk Cuman wil dat er meer levensloopbestendige woningen gebouwd worden, waarbij via een doorstroming eengezinswoningen vrijkomen voor starters en jongeren. Het gaat met name om huizen uit de jaren ’70 tot en met ’90 die nu nog bewoond worden door ouderen, die juist behoefte hebben aan aangepaste (kleinere) woningen. Dat schrijft het raadslid dinsdag in een brief aan het college van B&W.
De woningmarkt is niet alleen in de grote steden oververhit, zo constateer Cuman in zijn brief. “Ook op de Bergse woningmarkt zien we een enorme krapte ontstaan door toenemende vraag en afnemend aanbod. Het lijkt erop dat de nieuwbouwprojecten de vraag naar woningen nauwelijks kunnen bijbenen.” De prijzen van nieuwbouwwoningen zitten dan ook volop in de lift. “Deze ontwikkelingen raken met name jonge huishoudens en starters die op zoek zijn naar een geschikte woning”, aldus het raadslid. “Er is nauwelijks aanbod en de prijzen van de Bergse nieuwbouw zijn
te hoog voor de gemiddelde Bergse starter.”
Coalitieakkoord en Woonvisie
In zowel het huidige coalitieakkoord als in de nieuwe Woonvisie valt te lezen dat de gemeente zich richt op het aantrekken van jongere inwoners en streeft naar een groei van het inwoneraantal. “D66 is van mening dat we vast moeten houden aan deze visie en door moeten pakken.”
Rijkssubsidie
In de brief stelt Cuman namens zijn fractie een aantal vragen aan het college. Allereerst wil hij weten of het college zijn suggestie ondersteunt en doorstroming ziet als een kans om meer betaalbare starterswoningen op de markt te kunnen brengen. “Hoe denkt het college over het inzetten van de rijkssubsidie voor verduurzaming van de woningvoorraad uit de jaren ’70 en ’80”, zo merkt de D66’er daarbij op. “Kunt u ons informeren over de inrichting van het subsidieprogramma naar aanleiding
van de rijkssubsidie? Heeft het college al ideeën hierover?”
Debat tijdens commissie RDE
Cuman vindt dat de gemeenteraad mee moet kunnen praten over de inzet van deze rijkssubsidie, tijdens bijvoorbeeld een vergadering van de commissie RDE (Ruimte, Duurzaamheid en Energie), vóórdat het college hiermee aan de slag gaat. Het raadslid wil binnen 30 dagen een schriftelijke beantwoording van het college op zijn gestelde vragen.