Foto 2: Een afgebladderd doek van Andreas Giezen uit een nostalgische kermisattractie van Chris Reemer. “Het zou mooi zijn als we het kunnen restaureren of naschilderen zodat het teruggehangen kan worden in het Lunapark”, zegt Eric Elich
BERGEN OP ZOOM – De meeste mensen hebben nog nooit gehoord van Andreas Giezen. Onterecht, vindt Bergenaar Eric Elich, die het zeer bewogen leven van deze kunstenaar voor het voetlicht wil brengen. Maar vooral zijn werk. Wie ooit de grote caroussel in de Efteling bezocht kent het.
De prachtige panelen in de historische stoomcaroussel in het pretpark lijken één van de weinige zaken die nog bewaard zijn gebleven, mede omdat de attractie diverse restauraties onderging. Erik kent het werk van Andreas Giezen vooral omdat er in zijn ouderlijk huis ooit een prent van de kunstenaar hing. Pas later ging hij zich er in interesseren en besloot hij er een project van te maken. Het is nu één van de drie kanshebbers voor de jaarlijkse erfgoedprijs van de gemeente bergen op Zoom.
Meerdere ideeën
Erik wil het werk van deze vergeten man graag alsnog een plaats geven in Bergen op Zoom. het liefst met een eigen hoekje in het Markiezenhof. "Giezen is nooit als kunstenaar erkend", vertelt de initiatiefnemer. "Terwijl hij dat wel zeker was, op meerdere vlakken. Het was een veelzijdig talent die een zeer bewogen leven leidde. Alleen al zijn verhaal is het waard verteld te worden."
Ook de Kermisbond heeft interesse in een levendig eerbetoon aan de man, zijn nalatenschap én aan de tijd waarin de basis voor de moderne kermissen werd gelegd. Er wordt bekeken of er een, liefst jaarlijks terugkerende, nostalgische kermis valt te organiseren. Erik: "Als het even kan op de Vismarkt, waar die vroeger ook stond." Hij is dus met verschillende invalshoeken bezig om een verloren stuk Bergse historie en cultuur weer onder de aandacht te brengen. "Alleen al daarom zou het mooi zijn om die prijs te winnen. Dan is er een budget om in ieder geval een start te maken."
In een stad waar storytelling zo'n belangrijk aandachtspunt is geworden, mag het verhaal van Andreas Giezen eigenlijk niet ontbreken. Hieronder de knopte versie. Lees en huiver…
Het bewogen kermis- en circusleven van een ondernemend kunstenaar
Andreas Gerhardus ‘Dries’ Giezen (1891-1947) werd geboren in Wageningen als telg van een echte kermisfamilie. Zijn vader en moeder trokken eind negentiende eeuw rond met een draaimolen.
Begin jaren twintig van de vorige eeuw werd Giezen, wiens atelier in Bergen op Zoom stond, ingehuurd om kermisattracties te ontwerpen en te decoreren. Veel van die attracties reisden onder de naam Janvier. De vriendschap met carrouselbouwer Jan Willem Janvier leverde veel moois op. Diens idee over hoe een stoomcarrousel er uit moest zien, kon Dries perfect in beeld brengen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hij in 1913 trouwde met Keetje Janvier, de zus van zijn kameraad.
De huwelijksvoltrekking vond plaats in Bergen op Zoom. Van daaruit reisde het echtpaar de kermissen in Nederland af met de Salon-Stoom-Carrousel Grand Palais, een huwelijkscadeau van de familie Janvier.
Circus
Giezen bleek veel meer dan een beeldend kunstenaar. Hij ontwikkelde zich als attractiebouwer, decorateur en carrouselhouder. Later zelfs tot oprichter van een kermispark, dompteur en circusdirecteur. Hij richtte Circus Giezen op, een familiebedrijf met hemzelf als dressuur- en spreekstalmeester. Zijn zoon Benny en dochter Fientje kregen er, respectievelijk als paardendompteur en balletdanseres, een belangrijke rol in het programma.
Ze werden echter achtervolgd door pech. Er stortte een keer deel van de tribune in, en dat ze tijdens WO II in het programma openlijk lieten blijken geen fan van ‘De Duitser’ te zijn kostte Dries bijna het leven. Op 13 september 1943 werd hij opgepakt door de SS wegens zijn vijandige houding tegen de bezettende macht. Hij werd opgesloten in de gevangenis in Scheveningen en later overgebracht naar Kamp Vught. Hij kreeg de doodstraf maar zo ver kwam het niet. Gelukkig was daar de bevrijding.
Meer pech
Lang en veel heeft hij niet van zijn vrijheid genoten. Gedurende zijn gevangenschap raakte Giezen veel bezittingen en een deel van zijn paarden kwijt. Met wat hij terugvond begon hij opnieuw een circus maar het succes was van korte duur. Op een gegeven moment had publiek het wel gezien, men bleef weg. Zijn paarden werden ook nog ziek tijdens de koude winter van ’46 en het circus ging failliet.
Dries kreeg kort daarna weer opdrachten voor het ontwerpen en bouwen van enkele kermisattracties. Hij begon er vol goede moed aan maar maakte de voltooiing niet meer mee. De alleskunner stierf in ’47 aan tuberculose. Hij werd slechts 57 jaar.