Hoe krijgt Bergen op Zoom een efficiënter en kleiner Stadskantoor? (deel 2 uit 3)

Column Julien Voets over de organisatieontwikkeling van de ambtelijke dienst voor 2021, deel 2 uit 3.

Bergen op Zoom wordt al jarenlang geplaagd door hoge kosten voor bijvoorbeeld het inhuren van ZZP’ers, het enorme ambtenarenkorps en teveel (dure) gemeentelijke taken. Om dit op te lossen zullen we drastisch ons aantal ambtenaren moeten verminderen. In een driedelige columnreeks wil ik jullie meenemen in de aankomende organisatieontwikkeling. Dit moet uiteindelijk leiden tot een efficiënter en kleiner Stadskantoor. De vraag die we vandaag willen beantwoorden: Hoe kan de gemeente het aantal ambtenaren flink verminderen?

Om deze vraag te beantwoorden, richt ik mijzelf eerst op een ander knelpunt bij de gemeente. Die kampt al jaren met een hoog ziekteverzuim. Dit leidt ertoe dat mogelijkerwijs de kwaliteit en uitvoering van beleid slechter wordt. Ook personeelsleden die niets mankeren worden hierdoor geraakt vanwege capaciteitsuitval: niet-zieke ambtenaren op afdelingen dienen het werk over te nemen van de zieke collega’s.  Zo ontstaan er capaciteitsproblemen. Bergen op Zoom dient dit probleem daarom keihard in de kiem te smoren want, zoals het bekende spreekwoord luidt: voorkomen is beter dan genezen! We willen niet dat de gemeente (nog) slechtere communicatie met haar inwoners heeft of onvoldoende juridische onderbouwing geeft aan projecten, wat zowel de inwoners als de gemeentekas raakt (kosten door bijvoorbeeld rechtszaken). Kortom: dit probleem dient acuut aangepakt te worden via het Human Resource management (HR) door de huidige bezetting beter te laten functioneren waardoor iedere afdeling versterkt is. Pas wanneer dit is gebeurd kan het aantal banen per afdeling verminderen zodat verdere onrust voorkomen wordt.

Als we dan kijken naar de huidige HR- en personeelsdeskundigheid binnen de gemeente om de organisatieontwikkeling aan te pakken, twijfel ik niet aan de huidige wethouder die dit moet uitvoeren. Als praktijkdeskundige herken je feilloos de knelpunten bij het personeelsmanagement van de gemeente, maar het is dan ook wel verstandig om te kijken naar twee bepalende factoren: aan de ene kant ambtenaren die vanwege ziekteverzuim moeten re-integreren en aan de andere kant (volledig) actieve ambtenaren. Het vraagt dan ook twee verschillende plannen van aanpak om deze knelpunten aan te pakken. Hiermee breng je bijvoorbeeld in kaart in hoeverre ambtenaren die nu ziek thuis zitten een functie bezetten die al dan niet hoort bij de wettelijke, vanuit Den Haag voorgeschreven taken. Ondanks het feit dat je als werkgever een verplichte taak voor re-integratie hebt, moet je nu toch vooral kijken naar het verminderen van het aantal ambtenaren. Dit kun je volgens de menselijke maat doen, door minder belangrijke functies te laten vervallen en deze medewerkers omscholing aan te bieden. Begeleid ook het personeel vanaf dag één naar een toekomstige werkplek door hen mee te delen of hun baan wel of niet behouden blijft. Het Focusakkoord daarentegen voorziet niet in deze aanpak. Dat richt zich meer op natuurlijk verloop: personeel dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of om andere redenen zelf vertrekt. Er wordt weinig aandacht besteed aan andere, meer proactieve opties die nu meer geld kosten maar die zich in verloop van tijd terugverdienen. Dat heeft buurgemeente Roosendaal bewezen na haar organisatieontwikkeling uit 2010, waarbij ook heel wat ambtenaren moesten verdwijnen.

Als laatste wil ik ingaan op de huidige personeelscontracten bij de gemeente. Gezien het feit dat we al eerder het onderscheid maakte tussen belangrijke en minder belangrijke gemeentelijke taken, wil ik deze visie doortrekken tot op afdelingsniveau. Per afdeling dient er een plan van aanpak te komen met daarin welke functies wel of niet moeten blijven. Natuurlijk is de gemeente gebonden aan de CAO maar ze kan zelf wel bepalen welke banen kunnen blijven bestaan. Personeel dat niet kan blijven, hoeft vervolgens niet zonder een baan te komen zitten. Er zijn juist tal van manieren om die menselijke maat toe te passen: het omscholen van personeel via omscholingsbudgetten vanuit het Rijk zodat ze elders geschikt werk kunnen vinden en het overhevelen van banen naar maatschappelijke organisaties waar Bergen op Zoom een subsidierelatie mee heeft. Binnen het Sociaal Domein, de duurste salarisafdeling van de gemeente, werken heel wat ambtenaren die ook aan de slag kunnen gaan bij bijvoorbeeld: Veilig Thuis, WijZijn Traverse, Centrum Jeugd en Gezin (CJG). De gemeente heeft sociale taken die ze wettelijk zelf dient uit te voeren, maar je kan de ondersteunende taken voor het uitvoeren van de wet door deze maatschappelijke organisaties laten uitvoeren. Immers zijn ze voor hun bestaan grotendeels afhankelijk van gemeentelijke subsidies en wellicht wordt dan ook de kwaliteit van het maatwerk verbeterd door deze nieuwe aanpak. Dit lijkt me een win-win scenario voor de gemeente, maatschappelijke organisaties en hun cliënten. Hier dient de gemeente dan ook serieus naar te kijken.  

In mijn derde column zal ik jullie stapsgewijs toelichten hoe de slagkracht (kwaliteit en efficiency) van de gemeente verbeterd kan worden met een kleiner stadskantoor.

Over Column Julien Voets

Julien Voets schrijft in zijn column over de ontwikkelingen op het Stadskantoor van de gemeente Bergen op Zoom. Daarbij licht hij de gevolgen van de ontwikkelingen voor de gemeente en haar inwoners nader toe. Julien is burgerlid voor Lijst Linssen en student Bestuurskunde aan de Haagse Hogeschool. Als student krijgt hij de fijne kneepjes mee van het ambtelijk vakgebied en probeert daarbij de relatie te leggen met de Bergse politiek.  

KijkopBergenopZoom.nl staat neutraal tegenover de Bergse politiek en heeft geen voorkeur voor een politieke partij. Het staat gemeenteraadsleden vrij om artikelen met hun visie in te sturen. Wanneer deze gaan over onderwerpen waar de politiek mee te maken heeft en deze relevant zijn, zal KijkopBergenopZoom.nl deze plaatsen. Dit alles onder verantwoording van de inzender.