Hondenbelasting

Column – Joost mag het weten

Vijf jaar geleden schreef ik een motie om de hondenbelasting in stapjes af te schaffen. In de afgelopen raadsvergadering werd het sluitstuk behandeld.

Er waren een aantal redenen om de hondenbelasting af te schaffen. Principiële en praktische. Zo stamt de hondenbelasting nog uit de tijd van de hondenkar. Nederland kende zelfs een “Trekhondenwet”. Honden werden destijds ingezet als trekdier. De hondenbelasting vormde in die tijd een zakelijke belasting. Gelukkig is aan die situatie in 1962 een eind gemaakt. Het gebruik van trekhonden werd verboden. Ondanks dat verbod bleef de hondenbelasting wel bestaan.

Merkwaardig

Het leverde de merkwaardige situatie op dat van alle huisdieren alleen voor de hond belasting moest worden betaald. Eerder heb ik al eens geschreven dat er bijvoorbeeld geen kattenbelasting bestaat. Een gemeente mag een dergelijke belasting niet heffen.

Een misvatting is dat er een koppeling zou bestaan tussen hondenbelasting en het opruimen van hondenpoep. In de afgelopen raadsvergadering was dat ook aan de orde.
De hondenbelasting is een belasting. Dat betekent dat de inkomsten voor algemeen gebruik worden benut. Net zoals dat bijvoorbeeld voor de ozb het geval is. De ozb wordt ook niet specifiek ingezet om het woongenot van huizenbezitters te vergroten.
Een voorbeeld van het tegendeel zijn de afvalstoffen- en rioolheffing. Daar zit wél een koppeling tussen de heffing en waar die inkomsten aan worden besteed.

Drie maal zo hoog

Bij de hondenbelasting is zo’n koppeling er dus niet. Met als gevolg dat uit 5 jaar geleden uit een onderzoek bleek dat de opbrengst van de hondenbelasting 3 keer zo hoog was als de uitgaven die je enigszins in verband zou kunnen brengen met honden. Denk aan de aanpak van hondenpoep en het onderhoud van hondenlosloopterreinen. Van het bedrag dat binnenkwam aan hondenbelasting ging 1/3 naar zulke zaken en 2/3 naar allerlei doelen die helemaal niets met honden te maken hebben. Dat kon, want het was een belasting.

De hondenbelasting was bovendien inefficiënt. Ambtenaren waren bezig met het innen ervan. Zeker de controle was een flinke kostenpost. Van deur tot deur de gemeente door. “Heeft u een hond?” Daar gaan vele uren in zitten. En dus euro’s.

Verstandig?

Een vraag die ik vaker heb gekregen is hoe dit nu kan. De hondenbelasting opheffen, terwijl de gemeente zo krap bij kas zit. Is dat dan wel verstandig? Ik begrijp die vraag en snap dat dat tegenstrijdig kan overkomen. Toch is het niet onlogisch. Enerzijds omdat de opbrengst van de hondenbelasting voor de gemeente beperkt was. Mede dus door de kosten voor het innen.
Anderzijds zijn te lage belastingen niet de oorzaak van de gemeentelijke financiële problemen. Sterker, Bergen op Zoom zit juist aan de hoge kant qua belastingen. Nee, kijk je ook naar andere gemeenten dan blijkt heel duidelijk dat voor Bergen op Zoom de financiële problemen komen door te hoge uitgaven. Personele kosten. Cultuur. Sport. Inefficiëntie bij de uitvoering van het sociaal domein. Het is goed dat die onderwerpen nu op de agenda staan.

Terug naar de hondenbelasting. Politiek is vaak vooral een aangelegenheid van meerdere fracties die samen tot besluiten komen. Toch is het fijn om mee te maken dat een motie die ik vijf jaar geleden heb geschreven nu helemaal is omgezet in daden. Net als de hondenkar hoort nu ook de hondenbelasting in Bergen op Zoom tot het verleden.