BERGEN OP ZOOM – Minister Ard van der Steur was dinsdagmiddag in Bergen op Zoom. Hij werd ontvangen in het Markiezenhof door onder meer burgemeester Frank Petter en vertegenwoordigers van de politie. Onderwerp van gesprek was de gezamenlijke aanpak van georganiseerde misdaad. Die blijkt te werken en daarom wilde Van der Steur er graag eens over bijgepraat worden.
Volgens burgemeester Petter is er in deze regio bovengemiddeld veel georganiseerde criminaliteit, vergelijkbaar met een niveau zoals in de Randstad. Van der Steur gaat nog verder. Hij noemde de synthetische drugshandelnetwerken hier één van de grootste in minimaal de Benelux. Reden genoeg dus voor keiharde aanpak.
Die heeft dan ook prioriteit in Bergen op Zoom. De gemeente heeft met onder andere politie, Belastingdienst en het OM de handen ineen geslagen. Met wat ‘bestuurlijke moed’ wordt genoemd pakken zij verdachte personen en organisaties aan die zich bezig houden met georganiseerde misdaad. Doordat criminelen hun geld steken in zaken als vastgoed, luxe goederen en legale branches neemt de vermenging tussen onder- en bovenwereld toe. Dat willen de samenwerkende partijen voorkomen. Daarbij had met name de politie wel een belangrijke vraag aan de minister: ‘Geef ons meer financiële middelen zodat we nog beter voorbereid en vaker de straat op kunnen.’
‘We verslaan het monster niet van achter een bureau’
Van der Steur gaf aan onder de indruk te zijn van de resultaten van het project ‘Joris en de Draak’, dat hem ook in boekvorm werd meegegeven. Daarin wordt uitgelegd wat die ‘bestuurlijke moed’ inhoudt: op durven treden tegen criminaliteit, ook op andere wijzen dan op heterdaad betrappen. Door te controleren hoe mensen aan geldstromen, vastgoed en luxe levensstijlen komen bijvoorbeeld en in te grijpen of minstens te melden bij instanties als zaken niet lijken te kloppen. Volgens Petter moet dat op alle niveaus gebeuren, van de ambtenaren en BOA’s die dingen tegenkomen die niet lijken te kloppen tot de vuilnisman die verdachte restanten in een container aantreft. Maar ook gemeentebesturen moet durven doorpakken, zegt hij, en wel in samenwerkingsverband. “Alleen zo verslaan we het meerkoppige monster. Niet van achter een bureau maar door wat we in de samenleving tegenkomen nauwlettend te volgen en daar wat mee te doen als we vermoedens hebben.” De minister beloofde zich hard te gaan maken voor meer budgetten om juist een regio als deze, met bovengemiddeld veel georganiseerde criminaliteit, te steunen in die strijd.
Op deze voet verder
Ook de komende jaren heeft de aanpak van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit, in de breedste zin van het woord, de volle aandacht. “De samenwerking die we nu hebben ingezet houden we met z’n allen vast, want dat werkt!”, aldus Petter.