‘Cyberpesten helemaal voorkomen is een illusie’

BERGEN OP ZOOM – In 2017 nam de gemeenteraad een motie aan over cyberpesten. In maart van dit jaar liet het college weten dat dit zeker regionale aandacht verdient, en ook krijgt. Daar hebben scholen natuurlijk een belangrijke rol in. We vroegen ’t Rijks eens hoe dat daar wordt opgepakt.

Aan het woord zijn Nancy Nijkamp, anti-pestcoördinator, en conrector voor de brugklassen Huub Boudewijn. Ze vertellen dat sinds enkele jaren er voorschriften vanuit de overheid zijn voor het tegengaan en aanpakken van pesten, maar ook dat ’t Rijks daar al veel langer mee bezig was. Huub: “We stelden twaalf jaar geleden al een eigen internetprotocol op. Maar het begint en eindigt natuurlijk niet per se op je eigen school, dus daar werden tevens andere onderwijsinstellingen bij betrokken. Zelfs basisscholen haakten aan op een gegeven moment.”

Omdat het aantal social media kanalen in rap tempo toenam verloren de oude ‘spelregels’ deels hun waarde en actualiteit. Voorheen was het vooral tekst. Tegenwoordig gaat het om foto’s, filmpjes, sexting (seksueel getinte beelden en berichten) en andere vormen van kwetsende exposure. ’t Rijks besteedt er nog steeds veel aandacht aan, maar niet meer zozeer in vaste samenwerking. “Wel nemen we natuurlijk direct contact op met andere scholen als er iets speelt”, legt de conrector uit.

Koploper

Gedragsregels en tips alleen volstaan al lang niet meer. Steeds meer scholen hebben een anti-pestcoördinator. Ook daarin was ’t Rijks koploper, aldus Nancy: “We gaan zo veel mogelijk preventief te werk. Vanaf de eerste keer dat leerlingen hier komen, al tijdens de eerste kennismakingsdag, besteden we aandacht aan het onderwerp. We zijn ook de enige voortgezet onderwijs organisatie in de regio die meedoet aan de landelijke Week Tegen Pesten. En natuurlijk betrekken we ouders er zo veel mogelijk bij. Zowel in specifieke situaties als tijdens ouderavonden.”

Topje van de ijsberg

Nancy en Huub geven meteen toe dat je als school, hoe hard je ook je best doet, niet de illusie moet hebben dat je alles weet, en ziet. Huub: “Wel corrigeren we leerlingen áltijd, als ze kwetsende taal gebruiken. En we roepen geregeld op: trek aan de bel als er wat is.” Nancy vult aan: “Iedere klas heeft ook een mentor en waar nodig krijgt die van mij ondersteuning.”

Maar soms is het lastig, geeft ze toe. Helemaal verdwijnen zal het nooit. Bovendien, wanneer is iets eigenlijk pesten? Wat de een als ‘moet kunnen’ aanmerkt is voor de ander heel grievend. “Het is wel eens een grijs gebied.” Haar collega vertelt: “Sommige jongeren realiseren zich niet wat ze losmaken. Nogal eens zien we dat de pester zelf issues heeft. En vaak is de situatie na een eerste gesprek met de dader en het slachtoffer al heel anders. Soms zetten we ze daarna samen aan tafel. Als je elkaar in de ogen kijkt, verandert er nog veel meer meestal.”

Grote school

Beiden geven aan niet ontevreden te zijn met de resultaten van alle inspanningen. Nancy: “Je komt op een school als deze natuurlijk mensen van allerlei pluimage tegen. Die moeten best wel eens aan elkaar wennen. Toch is er veel ruimte voor de geaardheid of afkomst van mensen. Dat geldt ook zeker voor een actueel thema als transgenders.” Huub is blij met het feit dat ouders vaak positief verrast zijn over de persoonlijke sfeer die een grote school als deze heeft weten te behouden; "Ik zeg dan wel eens: Misschien zijn we mede daardoor zo groot geworden.”