‘Plan Poortgebied Bergsche Heide rijp voor prullenbak na uitspraak RvS’

Middels een spoeduitspraak heeft de Raad van State (RvS) donderdag het ontwikkelplan Poortgebied Bergsche Heide geblokkeerd, omdat de gevolgen voor de omliggende natuur onvoldoende zijn onderzocht. (Illustratie: gemeente Bergen op Zoom)

De zoveelste smet op het blazoen van Bergen op Zoom, zo stelt raadslid Ton Linssen. Vandaag werd bekend dat de gemeente volgens de Raad van State een mielieueffectrapportage (MER) dient op te stellen vor de ontwikkeling van het 'Poortgebied Bergsche Heide en ontsluitingsweg'. "Daarmee wordt het door de gemeenteraad geaccepteerde plan naar de prullenbak verwezen", schrijft Linssen donderdag in een brief aan het college van B&W. Hij wil dat het college met het plan teruggaat naar de raad. Overigens had Lijst Linssen eerder al tegen de ontwikkeling gestemd van hotel met fastfoodketens en een tankstation, "vanwege de foeilelijke lichtreclames".

Een MER-beoordeling kost behoorlijk veel geld, zo stelt Linssen. "En dan is het de vraag wie dit gaat betalen." Daarbij wijst de briefschrijver op de "zeer slechte financiële positie van de gemeente, mede verergerd door recente uitgaven aan het voormalige Suikerlab en Eventum."

Initiatiefnemers aansprakelijk stellen

In de brief stelt Linssen een aantal vragen aan het college. Zo wil het raadslid weten, of het college bereid is het oorspronkelijke raadsvoorstel, dat door de RvS is geschorst, ter vernietiging voor te dragen aan de gemeenteraad. Linssen wil weten wat de procedure kost en hij verwacht dat het college de initiatiefnemers van het project aansprakelijk stellen voor de te maken kosten van een MER. Daarnaast wil Linssen een extern onderzoek naar het debacle.

Fundamentele aanpassingen

De uitkomsten van een MER-procedure leiden mogelijk tot fundamentele aanpassingen van het plan – zo verwacht Ton Linssen. "Wat er weer toe kan leiden, dat de projectontwikkelaars mogelijk afhaken. In dat geval worden er flinke kosten gemaakt terwijl er mogelijk helemaal geen ontwikkeling meer plaatsvindt." Daarom wil hij weten of het college bereid is deze mogelijke consequenties mee twe wegen bij de verdere uitvoering van het plan. Lijst Linssen wil binnen 30 dagen een schriftelijke beantwoording van het college op de gestelde vragen.