BERGEN OP ZOOM – Heel wat Bergse ondernemers sloegen deze week weer steil achterover toen de aanslag reclamebelasting op de mat viel. Lijst Linssen klom in de pen en neemt het op voor de bedrijven, die soms met enorme heffingen zijn geconfronteerd.
De brief aan het college is ondertekend door raadslid Sander Siebelink en burgerlid Toine van Steenpaal. Ze hebben van diverse ondernemers klachten gekregen over de opgelegde reclamebelasting. Bij velen “sloeg de schrik om het hart”, niet alleen omwille van de hoogte van de bedragen maar ook vanwege de objecten waarop de aanslagen allemaal betrekking hebben.
Klopt dit wel?
Lijst Linssen twijfelt ernstig aan de manier waarop deze reclamebelasting geheven wordt, meldt de fractie aan B en W. Een stad die met citymarketing en op andere wijzen probeert een gunstig (ondernemers)klimaat te creëren en te promoten, moet niet aan de andere kant met zulke hoge lasten komen voor vaak kleine bedrijven. Rekeningen van duizend euro en meer zijn volgens Van Steenpaal en Siebelink geen uitzondering. “Dit is voor onze lokale ondernemers, die op allerlei manieren met lastenverzwaringen worden geconfronteerd, heel frustrerend”, schrijven ze.
Andere aanpak
Er worden een aantal concrete vragen weggelegd bij het college, door de Lijst Linssen fractie. Er is veel onduidelijkheid over hoe de tarieven betreffende de reclamebelasting tot stand komen. Niet alleen zou hierover een heldere uitleg beschikbaar moeten zijn, ook mag er zéker nog eens worden gekeken naar hoe reëel de tarieven en normeringen zijn. Enkele jaren terug was er ook al eens discussie over welke items nu wel en niet meegenomen horen te worden in heffingen. Over het gebruik van vlaggen was bijvoorbeeld het nodige te doen.
Omdat deze heffingen bovendien een jaarlijks terugkerende bron van onbegrip en ergernisveroorzaken, roept Lijst Linssen het college op om -nog vóór het vaststellen van de gemeentelijke fiscale heffingen 2020- opnieuw met de raad in gesprek te gaan over de zin en onzin van deze wijze van belasten.