BERGEN OP ZOOM – De gemeente meldt dat een onafhankelijk cliëntenervaringsonderzoek aangeeft dat veel WMO-cliënten best tevreden zijn met de maatschappelijke ondersteuning en de dienstverlening. Er zijn een paar uitschieters, zowel naar boven als beneden, maar het algehele beeld geeft aan dat inwoners in 2017 weinig klachten hadden.
De verplichte meting is gehouden door onafhankelijk onderzoeksbureau Triqs en geeft een beeld waar het college en de gemeente best blij mee zijn. Op bijna alle verplicht onderzochte aspecten scoort Bergen op Zoom bovengemiddeld. Wel zijn er op onderdelen ook negatieve uitschieters, met als belangrijkste bevinding dat maar weinig mensen weten dat ze een beroep kunnen doen op een onafhankelijke cliëntondersteuner. Daar ligt dus een verbeterpunt. Ook al geven veel mensen aan niet echt behoefte te hebben aan dergelijke hulp, ze horen wel van de mogelijkheid te weten.
Serieus genomen
Verder bleken er dus vooral veel positieve verschillen met het algemene, landelijke beeld. Een belangrijke gunstig uitvallende uitschieter bleek dat de meeste cliënten zich erg serieus genomen voelen door medewerkers. Minder positief is men over de sportvoorzieningen in de gemeente. Althans, het deel van de deelnemers aan het onderzoek dat er ook gebruik van maakt (een betrekkelijk klein percentage) was er niet vaak erg over te spreken. Maar liefst 45 procent daarvan is ontevreden. Uit het onderzoek komt niet naar voren waarom, Triqs beveelt de gemeente aan hier onderzoek naar te doen.
Bezwaren
Er zijn niet overmatig veel bezwaren ingediend naar aanleiding van WMO-kwesties. Net geen zeven procent deed dit wel en de mate waarin deze mensen tevreden waren over het verloop van de procedures loopt enorm uiteen. Eén derde van hen is zeer ontevreden, terwijl bijna 47 procent er juist het tegenovergestelde over denkt. Ook hier komt niet uit het onderzoek waarom dit zo verschilt en krijgt de gemeente het advies het uit te diepen om tot een verbeteractie te komen.
Mantelzorg
Iets minder dan de helft van de deelnemers aan het onderzoek ontving in 2017 mantelzorg, in de meeste gevallen (maar liefst 85 procent) van familie. Een jaar eerder nog was het aantal mensen dat dergelijke zorg kreeg groter. Die daling is volgens de onderzoekers een ongewenste ontwikkeling waar de gemeente wat mee moet doen. Mantelzorg dient meer gestimuleerd te worden, is de aanbeveling. Bijvoorbeeld door het bevorderen van onderling contact tussen buurtbewoners via WhatsApp-groepen en buurtinitiatieven, maar ook door het beschikbaar stellen van beloningen voor mantelzorgers en het stimuleren van zorgorganisaties om mantelzorgers in te zetten.
Liever geen vrijwilligers
Veel deelnemers gaven wel aan het lastig te vinden om ondersteuning te krijgen van vrijwilligers. Het idee van ‘een vreemde over de vloer’ werd als onprettig ervaren door ruim één derde van de deelnemers aan het onderzoek. Aan die beeldvorming zou dus eveneens wat moeten gebeuren, adviseert Triqs, bijvoorbeeld door positieve ervaringen van inwoners en vrijwilligers te delen en te benadrukken dat dergelijke inzet bovendien minder kosten met zich meebrengt, óók voor de inwoner zelf.
Stockfoto: Pixabay / Aline Dassel