BERGEN OP ZOOM – In vrolijke spanning, zo werd het jaarlijkse Bergse dictee door de meeste deelnemers zo goed en zo kwaad mogelijk op papier gezet. In een volle zaal deden zo'n 90 mensen hun best de belevenissen van 'Lewie' op te schrijven.
Sinds enige jaren heeft het organiserende dialectgenootschap De Berregse Kamer een wedstrijdelement toegevoegd aan de immer populaire avond. Iedereen die zich geroepen voelt mag een dictee inzenden, gebaseerd op het thema waarvoor die keer is gekozen. Voor 2016 was dat "Gelòòf d't zellef?". Tot en met de dictee-avond blijft geheim wiens dictee wordt voorgelezen. Die eer viel deze keer te beurt aan Roel Soffers. Hij beschreef op een tot de verbeelding sprekende wijze de thuiskomst van de in kennelijke staat verkerende 'Lewie' en kreeg daarmee ook in de zaal de lachers op zijn hand.
Blauw
Vuste laat dee Lewie ’t schuurdurke n’ope n’om z’n dilleke binne te zette. Laverend van lings nar rechs dabberde n’ie, nie éémaal gemoejeg mir, nar z’n uske. Lewie a zowa d’éél de bréédte van ’t tuinpad nòòdeg. In ’t kefee was ’t namelek nie dròòg gebleve.
In de keuke pakte n’ie uit de n’ijskast wa kèès, mellek en ’n balleke n’in kralekessaus. Lewie a d’onger en dorst as ’n ond zin in worst en ging aan de laaitafel zitte n’ete. Gelaaje sloop t’ie nar bove, vouwde z’n kleej’em en pielobroek over ’t ekke van de n’overlòòp en dee de slaapkamerdeur ope. Omdaddet stil bleef, docht Lewie dattie d’r mee weg kwam. Verzichteg kroop t’ie in bed.
Inéés ging ’t licht aan. Gròòt licht. “Sodeju!” Toos was wakker en nie zo’n bietje n’ok! “Dreddemmok, ummekesum. Gij zou bedéén nar uis komme!” brieste z’as ’n kwaaj pèèrd. “Ge zul d’t nie gelòòve”, zee Lewie mè dubbele tong, “Onderweg nar uis kwam ik lengst de Kaai en toen è d’n visser mijn meegenome n’op z’n schuit. Me zijn nar ’t Slikpeleis gevare n’en dèèr ebbeme bij de prins ’n bakske leut gedronke. Nou, en toen moeste me n’éélemaal wir trug mè dieje schuit nar de Kaai.”
Nog kwaajer tierde Toos: “Gij lilleke falievouwer, wa d’n kullemetulle.” Ze dee ’t licht uit, draaide d’r eige n’om en zee nog: “En dieje schuit was blauw zeker? Gelòòf d’t zellef?”
Het dialectgenootschap zette nog iemand in het zonnetje. Ze voelen zich er niet jaarlijks toe verplicht maar reiken geregeld hun ‘Diejelektoorkonde’ uit. Deze keer was die bestemd voor Jan Luysterburg uit Hoogerheide, vanwege het werk dat hij doet voor de Werkgroep Dialecten van Heemkundekring Het Zuidkwartier en het mede-organiseren van ’t Wjeeldrechs Dikteej. Maar ook vanwege het feit dat hij al jarenlang, als redacteur van het Brabants Boekenweekboek en van het tijdschrift Brabants, niet alleen van zijn eigen dialect, maar van álle Brabantse dialecten een promotor is.
Daarna was het tijd om de deelnemers aan het dictee te gaan vertellen wie de winnaars waren. Er is tegenwoordig een aparte tafel en categorie voor eerdere winnaars. Onder hen bevond zich onder meer Paul Schepers, die de wisseltrofee een jaar in huis mag hebben staan. Naast de 'veteranen' waren er vanzelfsprekend de drie jaarlijkse prijzen voor de andere deelnemers met de minste fouten. Dat zijn geworden:
- John Besling
- Jan Luysterburg
- Saskia Snepvangers-Stuart
Hoog bezoek
Natuurlijk kwam Prins Nilles III met zijn gevolg langs, maar dat was niet de enige leutvorst in de zaal. Eén van de deelnemers was ook Prins Fon I van Wjeeldrecht, die er zat samen met de vice-voorzitter van De Snoeken en twee hofdames. Heel anoniem en zonder bombarie was er -voor de meeste aanwezigen onopgemerkt- ook hoog bezoek uit Roosendaal. Incognito want in zijn doordeweekse kloffie stond achterin de zaal Prins Ruben I uit Roosendaal, samen met een aantal andere ex-prinsen uit onze duostad. Zij kwamen even een kijkje nemen omdat ze voor een andere, ludieke actie in het Krabbegat waren. Wie café Krijnen de komende weken bezoekt zal er wellicht meer van begrijpen…
Meer foto's van de avond zien? Klik hier!