Joost mag het weten: Op afstand zetten (1)

(Illustraties: Pixabay / Mohamed Hassan)

Bij het uitvoeren van de gemeentelijke taken wordt een waaier aan organisatievormen gebruikt. Samenwerkingsverbanden met andere gemeentes. Maar Bergen op Zoom heeft ook eigen NV’s en BV’s. Waarom is dat zo opgezet?

door: Joost Pals, gemeenteraadslid en financieel woordvoerder van de VVD

Flink wat samenwerkingsverbanden bestaan omdat gemeentes zelfstandig te klein zijn om een taak goed te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld de GGD, het ambulancevervoer of de Omgevingsdienst. Voor de laatste zijn gemeentes zelfs wettelijk verplicht om dat in gezamenlijkheid te doen. Een ander voorbeeld is de Belastingsamenwerking West-Brabant. Schaalvoordeel is een belangrijke overweging: 19x apart hetzelfde doen, of 1x samen.

Dat zo’n samenwerkingsverband niet altijd van een leien dakje gaat, blijkt wel uit de recente geschiedenis met de ICT samenwerking in West-Brabant. 

Een paar jaar geleden besloten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Roosendaal en Moerdijk om de eigen ICT diensten te bundelen tot één club. Op zich niet verkeerd, maar het liep spaak door onenigheid over het vraagstuk van “outsourcing”: de dienstverlening deels laten uitvoeren door een ICT-bedrijf.

Kort gezegd dacht de nieuwe gezamenlijke club van 4 gemeentes nu groot genoeg te zijn om alles zelf uit te kunnen voeren: computers, servers, netwerk, dat soort dingen. Ook de andere gemeentes vonden dat prima. Maar met een beetje kennis van de ICT markt viel echt wel te zien dat het een onhoudbare strategie was. Uiteindelijk is Bergen op Zoom daarom uit het samenwerkingsverband gestapt. 

Een positiever voorbeeld van regionale samenwerking is afvalinzamelaar Saver. Het is een bedrijf in de vorm van een Naamloze Vennootschap (NV). Saver is eigendom van een aantal gemeentes in West-Brabant en daarmee feitelijk een overheidsbedrijf. 

De gemeente heeft een wettelijke taak met het ophalen van afval. Dat geldt voor alle gemeentes, dus hier speelt schaalvoordeel als overweging. Daarnaast voert Saver meer commerciële taken uit. Bijvoorbeeld het ophalen van  bedrijfsafval. Dat is dan weer een reden om het in de vorm van een NV te gieten. De NV vorm brengt verder met zich mee dat Saver bijvoorbeeld dividend uitkeert aan de gemeentes die eigenaar – en daarmee aandeelhouder – zijn.

Deelnemen aan een samenwerkingsverband zorgt voor afstand. En voor minder zeggenschap. Je bent niet meer de enige die een stem heeft: je zult moeten samenwerken met andere deelnemers die andere opvattingen kunnen hebben. Het samenwerkingsverband zelf zorgt ook voor een eigen dynamiek. Zie dat immers nog maar bij te sturen, als je daarvoor de klokken binnen 19 colleges of gemeenteraden gelijk moet weten te zetten. Bovendien komen de begrotingsvoorstellen van al die verschillende samenwerkingsverbanden op hetzelfde moment. Dat maakt het helemaal complex. 

Gemeenteraden worstelen al sinds jaar en dag hoe ze effectiever moeten omgaan met de samenwerkingsverbanden, ook wel “verbonden partijen” genoemd. De kritiek richt zich dan vooral op het samenwerkingsverband in kwestie, maar de hand mag meer in eigen boezem: zijn gemeenteraden welk bekwaam voor dergelijke sturing?

Het is de vraag of samenwerkingsverbanden altijd een voordeel bieden. Vaak bereikt men het beoogde schaalvoordeel niet, omdat het samenwerkingsverband juist logger wordt. Meer personeelskosten. Meer overhead. Meer huisvesting. Ook de controle en het tegenwicht op zulk uitdijen staat immers op afstand. Anderzijds: had het alternatief, dus de gemeente die de taak zelfstandig blijft uitvoeren, op de lange termijn tot een beter resultaat geleid?

Regionale samenwerkingsverbanden. Je kunt niet simpelweg zeggen dat ze goed of slecht zijn. Je hebt ze in beide smaken.

  • In de volgende column gaat Joost in op de NV’s en BV’s die 100% eigendom zijn van de gemeente Bergen op Zoom.