Raadslid Ahajaj (PvdA) wil opheldering over verzwijgen zorgfraude

BERGEN OP ZOOM – Gemeenteraadslid Adam Ahajaj (PvdA) is geschokt door het nieuws over zorgfraude met persoonsgebonden budgetten, waarbij kwetsbare cliënten zijn ingezet bij de productie van drugs. "Echter, wat wij misschien nog wel schokkender vinden", zo schrijft hij vandaag aan het college van B&W, "is het feit dat u als college heeft besloten om de raad hierover niet te informeren." Het blijkt dat de burgemeester en wethouders al in januari 2017 op de hoogte waren van deze praktijken, merkt Ahajaj op in zijn brief. "Wij nemen u dit zeker kwalijk en vragen hierbij dan ook om opheldering."

Het raadslid bevraagt het college kritisch over het achterhouden van deze voor hem cruciale informatie. "Waarom is de gemeenteraad niet geïnformeerd over deze kwestie en deze praktijken", schrijft hij. "Waarom was het voorval, door een cliënt in januari 2017 gemeld, geen aanleiding voor u om PGB-bureaus waarmee de gemeente samenwerkt nog eens onder de loep te nemen?"

Controles

Ahajaj wil van het college weten, of het de mening van zijn fractie deelt "dat wij als gemeente een adviserende rol hebben richting pgb-cliënten met betrekking tot het inkopen van zorg." En, zo vraagt hij verder: "Voert u als gemeente (onverwachtse) controles uit bij vermoedens dat er zaken niet in orde zijn?" In principe kan elke persoon een zorgbureau oprichten, zo stelt Ahajaj. Maar: "Als gemeente kunt u wel toetsen op deskundigheid zodat u toekomstige cliënten goed kunt informeren." Dat gebeurt nu niet, schrijft Ahajaj, en hij wil weten waarom.

Stappen

Tenslotte wil het PvdA-raadslid weten welke stappen zijn genomen om herhaling te voorkomen. "Zijn er na het voorval checks and balances ingebouwd om herhaling te voorkomen? Welke stappen heeft u als college überhaupt ondernomen nadat de melding van de desbetreffende cliënt in januari 2017 binnen kwam?" Adam Ahajaj besluit zijn brief, die is mede-ondertekend door zijn fractievoorzitter Joey van Aken, met de opmerking dat hij binnen 30 dagen schriftelijk antwoord wil op zijn gestelde vragen.