(Foto: ‘Costuymen en Usantien der Stadt Bergen op Zoom’, 1682. Priv. coll.)
Vroeger was het allemaal zo slecht nog niet, constateert Louis van der Kallen. In de middeleeuwen hadden stedelingen in Bergen op Zoom plichten om de stad schoon, leefbaar en vrij van ziekten te houden. Daarom pleit Louis voor een terugkeer naar de feodale structuren van destijds.
door: Louis van der Kallen, gemeenteraadslid voor de BSD
In de middeleeuwen werden onze straten door veel mensen gebruikt als beerputten. Afval, pispotten – wel of niet gevuld met vaste bestanddelen – werden op straat gedumpt. Nu lijkt het vaak niet anders. Veel klachten die mij als raadslid bereiken gaan over zwerfafval, hondenuitwerpselen, slecht (groen) onderhoud en onkruid.
Verpauperend straatbeeld
In het boekje ‘Bestuur en Rechtspraak‘, in 1976 uitgegeven door de gemeente Bergen op Zoom en geschreven door onze oud-gemeentearchivaris Willem van Ham, is te vinden dat in 1314 eenieder verplicht werd de straat voor zijn huis schoon te houden. Gezien de huidige bezuinigingen en het verpauperende staatbeeld lijkt het mij geen slecht idee dat opnieuw in te voeren waarbij buren verplicht worden het over te nemen als mensen wegens lichamelijke beperkingen in gebreke moeten blijven. Ook kan het per straat geregeld worden via een aan te wijzen straatmeester worden (de Chinese methode). Afval en onkruiden en straatmest waren destijds punten van grote zorg. Het ophalen van straatmest werd in 1479 geregeld. Hoewel straatmest nu overwegend door honden wordt gedeponeerd, blijkt de daardoor veroorzaakte ergernis nog steeds een reden om gemeenteraadsleden ervoor te benaderen.
Medische voorzieningen
Wat in vroeger tijden ook door de lokale overheid geregeld werd, was de gegarandeerde aanwezigheid van een ‘medische’ voorziening. Ook daar begint er pijn te ontstaan. De afgelopen vier jaren ben ik, als raadslid, door elf burgers benaderd die geen huisarts konden vinden die hen in zijn of haar praktijk wilde inschrijven. In de middeleeuwen nam de gemeente Bergen op Zoom een eigen medicus in dienst. “Hij had de verplichting om ieder zonder uitstel te helpen.” Niks geen wachtlijst dus! Om de functie, het ambt, aantrekkelijk te maken kreeg hij “een tabbaardlaken van dezelfde kwaliteit als de heren magistraat”. De taak van deze geleerde heer was uitsluitend de diagnose.
De Meerse
Het vuile medische werk werd gedaan door chirurgijns of heelmeesters (barbiers). Ook de verstrekking van geneesmiddelen was gereglementeerd via het gilde van de ‘Meerse’, de kleinhandelaars waarin de kruideniers voor de middelen zorgden.
Ziekten
Ook konden gemeenten vanwege allerlei ziekten lokale beperkingen opleggen en afdwingen. “De registers wemelden van de bepalingen om ziekten te voorkomen of de verspreiding daarvan te beperken.” Zo kon er ook een pestmeester of een speciale vroedvrouw voor besmette vrouwen benoemd worden.
Bevoegdheden en geld
Qua straatbeeld beginnen we langzaam de middeleeuwen te benaderen. Als het over de noodzaak gaat regels te stellen en te handhaven ook. Nu nog de bevoegdheden terug en het geld (of de rechten om gepaste belastingen te heffen) om zaken medisch eigentijds maar procedureel zoals in de middeleeuwen te regelen. Waar is de ‘heer van Berrege’ om de passende bevoegdheden bij de ‘landheer’ te regelen?