
(Illustraties: Pixabay / Mohamed Hassan)
In de afgelopen twee weken heeft Joost in zijn rubriek ‘Joost mag het weten’ geschreven over de schuldenlast die tot 2018 langzaam afnam, over een rem op de investeringen en de exploitatie van de gemeente. Een andere belangrijke indicator voor de financiële situatie van de gemeente is de weerstandsratio: het beschikbare weerstandsvermogen gedeeld door het benodigde weerstandsvermogen.
door: Joost Pals, gemeenteraadslid en financieel woordvoerder van de VVD
De zogeheten weerstandsratio geeft aan of een gemeente financiële risico’s kan opvangen. Als er tegenvallers zijn, heb je dan een buffertje om aan te spreken. En is dat buffertje voldoende?
Opsomming van risico’s
Het begint met een opsomming van de risico’s die de gemeente loopt. Denk bijvoorbeeld aan geldleningen aan maatschappelijke organisaties. De gemeente loopt het risico dat die niet terugbetaald worden. Een ander voorbeeld is een langlopende juridische kwestie over een afvalcontract. Daar is het risico dat de gemeente een naheffing moet betalen. Als je die risico’s omzet in euro-bedragen en ze allemaal bij elkaar optelt, gaat het bij elkaar om meer dan 50 miljoen euro.
Zekerheidspercentage
De kans is klein dat die risico’s zich allemaal en met maximale omvang zullen plaatsvinden. Met een zekerheidspercentage van 90 procent kom je via een statistische methode op bijna 15 miljoen euro dat nodig is om de risico’s te kunnen afdekken. Dat is dus het benodigde weerstandsvermogen voor onze gemeente.
Vervolgens is het beschikbare weerstandsvermogen van belang. Dat wordt in grote mate gevormd door de algemene reserve. Daar gaan nog wel een aantal blokkeringen van af. Onder meer voor stedelijke vernieuwing, vastgoed en gronden. In de jaarrekening 2018 bleef er zo een beschikbaar weerstandsvermogen over van iets meer dan 15 miljoen euro.
Er was toen dus een klein beetje meer weerstandsvermogen beschikbaar dan dat er benodigd was. Met de hakken over de sloot.
Door de bodem
Wat de situatie nu anders maakt, is dat er forse tekorten op de exploitatie zijn. Tekorten die het nog resterende weerstandsvermogen overtreffen. Zonder ingrijpen gaan die tekorten ten laste van de algemene reserve en wordt daarmee ook het weerstandsvermogen kleiner. Dan komt niet alleen de bodem van de algemene reserve in zicht, maar zou die zelfs negatief kunnen worden.
Nedalco en Bergse Haven
Sinds de aankoop van Nedalco en project Bergse Haven heeft de gemeente Bergen op Zoom een grote schuldenlast. Dat is één ding. Zolang je de rente en aflossing kunt opbrengen en er tegenover je schulden ook bezittingen staan, hoeft dat geen acuut probleem te vormen. Iets wat je in meerdere jaren op orde kunt brengen.
Onder water
Maar een negatieve algemene reserve is van een andere orde. Het valt te vergelijken met een huis dat onder water staat: er zijn meer schulden dan de waarde van de bezittingen. En met onvoldoende weerstandsvermogen is er ook onvoldoende geld om de risico’s te kunnen opvangen.
Stevig ingrijpen
De hoog oplopende tekorten op de exploitatie en het verdampte weerstandsvermogen zijn een nieuw hoofdstuk voor de financiële problemen van de gemeente Bergen op Zoom. Nog meer dan de schuldenlast zorgen deze twee factoren dat er stevig moet worden ingegrepen.
In de drie afgelopen weken heeft Joost met zevenmijlsstappen een schets gemaakt van de financiële problemen van onze gemeente. Volgende week gaat hij in op de mogelijke oplossingen.
- Zie ook de eerder verschenen bijdragen in de rubriek ‘Joost mag het Weten’, over de gemeentelijke schuldenlast:
Dinsdag 14 april 2020: Schuldsanering, waar ging het mis
Dinsdag 21 april 2020: Miljoenen tekort op de gemeentelijke exploitatie