Column: Grrrrroeennslobbbbbberrrgromppeerrr…

Groenslobbergromper… vanuit mijn tenen laait af en toe dat gevoel op. Op de vreemdste momenten; in de supermarkt, thuis op de bank, in de kroeg.

Grrrrroeennslobbbbbberrrgromppeerrr…. Ik probeer rustig te blijven, kalm en rationeel te reageren, maar dat moerasgroene monster (nee, niet Yoda) voedt zich keer op keer met mijn negatieve gevoelens en waarnemingen. Tot ik het niet meer kan aanzien en GROEEENNNSSSLOOBBBBEERRRGRRRROMMPPERRRRR het overneemt. ‘Hallo, mijn naam is Sersi en ik ben een jaloers kreng.’ Het helpt daarbij niet dat mijn vriend meester is in flirten en het tot zijn taak ziet om hoogstpersoonlijk en vol overgave iedere vrouwelijke kont te keuren. De mooiste achterwerken worden beloond met twee grote ijsblauwe, goedkeurende ogen: ‘dingdong, u gaat door naar de volgende ronde!’ Ik beland pas echt in een mist vol groene afgunst als de betreffende deelneemsters hem vervolgens proberen in te palmen met fysiek contact, een wulpse glimlach en een telefoonnummer. Mijn zenmodus slaat op zo’n moment terstond om in attackmodus en ik word territoriaal. Het liefst pies ik op zo’n moment mijn vriend onder, gewoon als subtiele afbakening. Maar ik hou mij keurig in en probeer met een boze blik op passief-agressieve wijze mijn urine-boodschap over te brengen. Meestal zonder resultaat overigens.

Onlangs besprak ik met een goede vriend mijn groenslobbergromperneiging. En zijn uitleg stelt mij eigenlijk ontzettend gerust: Jaloezie is een teken van liefde. Een signaal dat je écht om iemand geeft. Dat zou best wel eens waar kunnen zijn. In mijn vorige relatie werd ik namelijk nooit jaloers. Ik dacht destijds dat het te maken had met vertrouwen, maar misschien lag er onbewust een heel ander gevoel ten grondslag: onverschilligheid. In dat geval moet mijn huidige vriend ontzettend blij zijn met mijn priemende blik en boze buien. Zóveel houd ik nou van je, schat! En geloof mij, dat ga je de komende Vastenavond weer volop merken. xxx

Sersi