(Tekst en fotografie: Han Verbeem)
BERGEN OP ZOOM – Het nieuwe college van Bergen op Zoom is nu al één maand aan het werk. Barry Jacobs is één van de twee zittende wethouders, evenals Patrick van der Velden, die doorgaat in de nieuwe samenstelling. Een bevlogen bestuurder met een sociale betrokkenheid: Jeugdzorg, WMO en nu in de nieuwe verdeling sport, vastgoed en het fysiek domein. “De reset… daar ben ik persoonlijk heel blij mee, omdat het ook écht in het belang is geweest van onze gemeente. Dit is het beste dat Bergen op Zoom had kunnen overkomen.”
In januari waren de verstandhoudingen in de Bergse politiek en in het gemeentebestuur op een absoluut dieptepunt beland. Na het débacle van het zwembaddossier was het onderlinge vertrouwen verdwenen. Op dat moment koos de gemeenteraad voor een totale ‘reset’ waarbij er niet langer in termen van coalitie of oppositie gedacht zou worden. Het doel is een bestuursbrede samenwerking op drie hoofdlijnen: de schuldenaanpak, een interne cultuurverbetering en een kwaliteitsslag. Bergen op Zoom moet beter, sterker uit de strijd komen met een nieuwe toekomst.
- Barry, hoe was dat voor jou als zittend wethouder om een dergelijk proces in te gaan?
“Voor mij is het einddoel van deze reset altijd het belangrijkste geweest: als raad, college en organisatie sámen de schouders eronder zetten om Bergen op Zoom er weer bovenop te krijgen. Mijn eigen positie is daaraan ondergeschikt. Binnen het resetproces heb mij altijd kwetsbaar opgesteld. De uitkomst had ook zó kunnen uitpakken, dat ik niet meer had kunnen doorgegaan als wethouder. Het was voor mij persoonlijk een onzekere periode.”
- Als je had moeten stoppen als wethouder, was je dan weer teruggekeerd naar de VVD-fractie?
“Nee, want ik vind dat je als oud-wethouder wel twee keer goed moet nadenken voordat je weer terug de raad ingaat.”
- Wanneer was voor jou duidelijk dat je wél door kon gaan als wethouder?
“De fractievoorzitters hebben op een bepaald moment over de kandidaten gestemd, daar was ik zelf niet bij. Als je achteraf hoort hoe de stemverhoudingen waren, dan is het heel spannend geweest. Ik ben blij dat zoveel fracties hun vertrouwen in mij hebben uitgesproken. Dat zegt ook wel iets. Dat vertrouwen wil ik gewoon blijven waarmaken.”
“Maar wat dat betreft is het wel een lastig proces geweest. Er stond veel op het spel met alle onzekerheden van dien en tegelijk zijn we als samenleving ook nog eens de coronacrisis ingedoken… Maar het akkoord ligt er, de handtekeningen zijn gezet en ik ben wel blij dat we nu écht de blik naar voren kunnen richten en aan de slag kunnen met de verdere uitwerking. En ook de andere opgaven die er hier in huis zijn.”
- Het college is uitgebreid met drie wethouders die niet politiek gebonden zijn aan Bergen op Zoom: Petra Koenders, Jeroen de Lange en Mignon van der Zwan. Deze wethouders hebben vooral hun bestuurlijke en leidinggevende ervaring in het bedrijfsleven opgedaan. Hoe voelt dat en hoe werkt dat, om als ‘politiek dier’ in zo’n nieuwe setting aan de slag te gaan?
“Kijk, ik heb zelf ook een achtergrond vanuit defensie en daarna bij het bedrijfsleven. Toen ik hier twee jaar geleden binnenkwam werden ambtenaren helemaal gék van het feit dat ik over termen als KPI’s (kritieke prestatie indicatoren) begon en businesscases. En nu merk ik: er zitten weer gewoon drie nieuwe mensen die met met dezelfde termen bekend zijn. Dus ja, die roep wordt alleen maar sterker. Het is ook mooi om te zien waarmee Petra, Mignon en Jeroen de klus met zoveel enthousiasme oppakken. En ook weer met nieuwe ideeën komen, natuurlijk. Dus die onderlinge verbondenheid zit er echt wel in.”
- Geeft dat wel een onderlinge klik, die band met het bedrijfsleven die jullie gezamenlijk delen?
“Dat spreekt mij wel aan, in dit zakencollege. Ik loop nu al elf jaar mee in de Bergse politiek, sinds 2009 toen ik begon als burgerlid. En ja, ik besef me echt dat wat er nu gebeurt, wel heel uniek is. Dat de gemeenteraad zich herpakt, zich weer verbindt en de urgentie inziet van het feit dat er nu keuzes gemaakt moeten worden. En daarin ook een duidelijke richting geeft in het Focusakkoord. Eigenlijk is de politiek uit het college is gesloopt. Dat is écht wel iets unieks. Zeker in een lopende bestuursperiode.”
- Op de portefeuille die je nu hebt, na de reset, er is toch een aantal dossiers waar je je voor hebt ingezet in de vorige bestuursperiode (de periode tot 25 mei) onder meer het zwembad waar je toch op het laatst de wethouder was als aanspreekpunt, maar ook belangrijke punten uit het zorgdossier, met Juzt. Hoe gaat dat nu in de nieuwe situatie, werk je daar deels aan mee? Of gaan de dossiers als onderwijs als een ‘koude overslag’ over naar Petra?
“Ik snap dat we nieuwe mensen moesten zien te vinden. En ik wilde niet per sé vasthouden aan de portefeuille die ik al had. Dus zei ik: kijk maar waar ik nodig ben. Maar op een gegeven moment werd de portefeuilleverdeling langzaam aan duidelijk -en daar ik heb toch wel even van wakker gelegen. Al sinds ik politiek actief ben zet ik mij in voor het sociaal domein en voor onderwijs. Ineens kwam het besef: Oh jee, dat ga ik dus loslaten.”
- Je zegt: je hebt ervan wakker gelegen. Heeft het je dan zó geraakt?
“Dat heeft er ook mee te maken dat ik in de regio heel veel heb meegemaakt met mijn collegabestuurders in andere gemeenten. Dat is altijd ontzettend fijn werken geweest. De bestuurssamenwerking van Jeugd was net een soort voetbalelftal, waarbij we met elkaar samenwerken, maar in dat dossier met Juzt: gewoon elke week ontbijtsessies om elkaar te kunnen informeren en mee te nemen, je legt daar je hele ziel en zaligheid in. Maar tegelijkertijd denk je: ja maar wacht even, als wij met elkaar een cultuurverandering nastreven, dan wil ik de laatste persoon zijn die dan een beetje gaat lopen dwarsliggen omdat ik zo nodig mijn portefeuille wil behouden. Zo werkt dat niet, dat zou geen gedrag zijn dat bij mij past.”
- Maar heb je er nu wel een goed gevoel bij?
“Kijkend naar de mensen die het overnemen, dan stelt het mij zeker wel gerust dat mensen als Petra, Mignon en Jeroen verder gaan het het sociaal domein. Dat is bij hen écht in goede handen, dat wil ik wel gezegd hebben.”
- Eén van de uitgangspunten in het Focusakkoord is het financieel gezond krijgen van de gemeentekas en de beheersing van de kosten in het sociaal domein. Maar bepaalde uitgaven waren toch doelbewuste keuzes, zoals de ruim zeven ton voor de reddingsoperatie van jeugdzorgverlener Juzt. Waarbij het wél gelukt is de kwetsbare groepen op een goede manier te begeleiden naar een nieuwe opvang. Is dat achteraf dan een verkeerde keuze geweest?
“Juzt was natuurlijk echt een mega-opgave, waarbij we het belang van die kinderen voorop hebben gesteld. En de raad is unaniem met het voorstel akkoord gegaan om Juzt niet failliet te laten gaan en nog eens zeven ton wat betreft Bergen op Zoom er nog eens extra in te steken. We hebben dat ook héél goed met elkaar opgepakt: de raad, het college en de organisatie.”
- Ondanks de onduidelijkheid die er was over de oostelijke delen in het werkgebied en de onzekerheid over de verdere toekomst?
“Precies, dat heeft dan niets meer met partijpolitieke kleur te maken maar met hoe het stelsel is ingericht. En als je verder kijkt naar het sociaal domein, heb ik de afgelopen twee jaar écht geprobeerd om de vernieuwing in te zetten met die businesscases. Want het lijkt allemaal of je dingen niet meetbaar kan maken in het sociaal domein, maar dat is dus wél zo! Daar hebben we de raad ook in meegenomen. Het gaat erom: welke effecten wil je bereiken. Zoals een goede jeugdzorg, dat uitkeringsgerechtigden weer aan het werk gaan en dat soort zaken. En daarnaast hangt er ook een financiële component aan vast, maar die is dan wél daarop volgend. Want als je alleen maar op de financiën gaat sturen, dan geeft het een heel vertekend beeld van wat we willen bereiken.”
- Geldt dat ook voor andere delen van het sociaal domein?
“Nou, bijvoorbeeld die businesscase voor de zogeheten klantendoelgroep-c van ISD Brabantse Wal: het klantenbestand van zeg maar 2.400 mensen die langdurig in de bijstand zitten zonder perspectief op werk.”
- Het granieten bestand?
“Zo moet je het niet meer noemen. Het is de groep met een een grote afstand tot de arbeidsmarkt, waarvoor de laatste jaren té weinig aandacht is geweest vanuit de gemeente. We hebben daarom in 2019 bij wijze van pilot met een businesscase gestart om al die mensen op de Brabantse Wal gemeenten die in doelgroep-c zitten, op te roepen. En gewoon weer het gesprek met hen aan te gaan: ‘Hoe is het met je? En zou je niet…? En hoe is je situatie veranderd?‘ Deze businesscase heeft ertoe geleid dat van die 298 uitkeringsgerechtigden die in 2019 zijn opgeroepen, ongeveer de helft is uitgestroomd naar werk en maatschappelijke participatie. Perfect, dát is het effect dat we wilden bereiken.
- Deze pilot heeft weliswaar drie ton opgeleverd maar tegelijk zijn er óók extra kosten gemaakt aan ambtelijke inzet.
“Dat klopt, maar die drie ton is overgebleven na aftrek van de extra kosten. Maar je hebt gelijk dat sommige dingen zich pas uitbetalen op de lange termijn. Als we dat allemaal niet hadden gedaan, dan was het tekort groter geweest. En dat is mijn verhaal altijd geweest, óók naar politiek Den Haag. Want ik ben een aantal keren naar Den Haag geweest om daar te praten over de gemeentelijke financiën en dat loopt nog steeds, want die herverdeling van het gemeentefonds is nog steeds actueel. Voor een gemeente als Bergen op Zoom zou de toelage min of meer stabiel blijven maar voor kleinere gemeenten ziet het er nóg rampzaliger uit. Maar het is niet alleen de hand ophouden naar Den Haag. We moeten er als gemeente zélf aan werken om de transformatie van Jeugd- en WMO-taken verder vorm te geven. Dat is iets waar we keihard aan getrokken hebben.”
- Inmiddels staan jij en je collega’s in het college aan de startblokken voor een nieuwe periode, tot de verkiezingen van maart 2022. Wat is voor jou het belangrijkste?
“Als portefeuille heb ik nu sport en vastgoed. En ja, we zullen niet ontkomen aan forse ingrepen. Ook op deze terreinen niet. Maar dat geldt voor de organisatie over de héle breedte. We gaan ons bezinnen over wat voor gemeente we willen zijn en waar onze kerntaken liggen. Dat debat voeren we samen met de raad en samenleving. We hebben een forse opdracht uit te voeren waarbij zekerheden uit het verleden niet meer bestaan. Heilige huisjes, daar doen we niet meer aan. Maar het belangrijkste is, dat we de opdracht sámen uitvoeren. Als wethouder wil ik een verbinder zijn. Wat gebeurd is, ligt in het verleden. We komen inderdaad uit een hele donkere periode met de discussie rondom De Schelp als dieptepunt. Maar we kijken vooruit en met dit Focusakkoord gloort er weer licht aan de horizon. Zoals ik al zei: dit proces is het beste dat Bergen op Zoom onder deze omstandigheden had kunnen overkomen. We hebben weer een tóekomst om naar te werken!”