BERGEN OP ZOOM – De gemeente Bergen op Zoom moet rekenen op een forse tegenvaller bij de betaling van bijstandsuitkeringen vanuit het zogeheten BUIG-budget. In totaal zal er in 2015 ruim 24,4 euro aan uitkeringen betaald moeten worden; dat is fors méér dan de 21,1 miljoen die de gemeente daavoor aan BUIG-gelden van het Rijk heeft gehad. Ook al denkt het stadsbestuur nog 566.000 euro terug te kunnen vorderen aan teveel betaalde uitkeringen, dan nog blijft er een tekort van 2,7 miljoen over. Daarvoor kan de gemeente aanspraak maken op een zogeheten 'vangnet-regeling': Den Haag komt Bergen op Zoom voor 1,1 miljoen tegemoet. Het resterende tekort van 1,6 miljoen euro moet Bergen op Zoom zelf ophoesten. Dat heeft het college van B&W woensdag bekendgemaakt.
De tekorten zijn verwachtingen, gebaseerd op de eerste negen maanden van dit jaar. Door een toename van het aantal bijstandsgerechtigden worden er dit jaar méér bijstandsuitkeringen uitgekeerd dan verwacht. Volgens wethouder Arjan van der Weegen ligt dat voornamelijk aan de gevolgen van het massa-ontslag bij Philip Morris. "Het gaat vooral om de ontslagen bij toeleverenaciers", legt hij uit.
De financiële tegenvaller wordt in december met de gemeenteraad besproken, zegt Van der Wegen. "De raad is inmiddels al via een mededeling geïnformeerd."
Maatregelen
Voor 2016 heeft het Rijk een voorlopig BUIG-budget van 23 miljoen vastgesteld voor bijstandssuitkeringen in Bergen op Zoom. Inmiddels zijn er maatregelen genomen om de financiële gevolgen zoveel als mogelijk te beperken en werkzoekenden zo snel mogelijk door te geleiden naar een nieuwe baan. "Dat gaat onder meer vanuit het Actieplan Economisce Structuurversterking, het secorplan West-Brabant", meldt wethouder Van der Weegen. "Ook worden het Werkcentrum en het Werkgeversservicepunt daarbij betrokken." Verder moet een Grensinformatiepunt inzetten op kansen aan de andere kant van de landsgrens. Het toepassen van de FIP-methode (Frequent, Intensief en Persoonlijk contact) zou ook bijdragen aan een snelle doorstroming naar de arbeidsmarkt.
Foto: Hans-Jorg van Broekhoven