BERGEN OP ZOOM – De geschiedenis lijkt zich in Bergen op Zoom te herhalen. Zoals zo vaak. De discussie volgend over de monumentale status van het Ketrientje, moet ik onwillekeurig terugdenken aan het najaar van 1995. In die periode was een felle politieke discussie gaande over de toekomst van het voormalige postkantoor annex belastingkantoor aan het Zuivelplein. Toenmalig wethouder Giel Janssen (VVD) wilde het gebouw slopen voor nieuwbouw. Het historiche pand uit 1912 van rijksbouwmeester Daniël Knuttel (dezelfde architect die het Roosendaalse stationsgebouw heeft ontworpen) stond al tien jaar leeg en was 'een rotte kies' in het straatbeeld. Eind jaren '80 was er al een architectenwedstrijd uitgeschreven voor de nieuwbouw maar dat leverde niets op. Jaren van leegstrand en verpaupering volgden.
Door: Han Verbeem
Uiteindelijk kwam een vastgoedcombinatie met een plan voor een nieuwe winkelstraat, vanaf het Gouvernement tot de Hema: de voorloper van het latere Paradeproject met wat nu de Lombardstraat is. In dit plan was voor het postkantoor geen plaats. "Een inzichzelf gekeerd gebouw", zo verdedigde Janssen de sloopplannen. Sterker nog: zonder de sloop kwam er géén winkelprominade en dat zou slecht zijn voor de binnenstad van Bergen op Zoom. Binnenstadbewoner en erfgoedactivist Piet Juten zag dat heel anders. Hij schakelde het Cuypersgenootschap in, die het gebouw bij staatssecretaris Aad Nuis (Cultuur, Kunst en Media) voordroeg voor een rijksmonumentenstatus
In die jaren werkte ik bij de redactie van NRC Handelsblad en het verhaal haalde de nieuwskolommen. De staatssectretaris diende vóór 1 oktober te beslissen over de status van het gebouw en een week voordien was er nog steeds geen bericht van het departement. Wethouder Janssen waande zich al in een overwinningsroes. "Ongeacht wat de staatssecretaris besluit: het gebouw gaat tegen de vlakte." Het citaat kwam woordelijk in de krant, mét foto. De volgende dag gaf Nuis zijn akkoord: de monunumentenstatus was een feit.
Nu, vierentwintig jaar later, weten weinigen nog van de discussie van toen. Het Paradeplan is er gekomen en het postkantoor is gerestaureerd. Bijzonder genoeg staat op de binnenplaats van het gebouw een herdenkingsplaquette met de naam van dezelfde wethouder Janssen, die eerder nog zo'n vervent voorstander van de sloop was. Over de redder van het gebouw, Piet Juten, geen woord.
De geschiedenis herhaalt zich, nu bij het Ketrientje. Ook hier was het hoofdgebouw vanaf dag één al afgeschreven. Zorginstelling tanteLouise heeft het pand al direct na de ontruiming in november 2015 dichtgespijkerd en langzaam verloederde de boel. Dat gaat snel bij ongebruikte gebouwen. Waar elders in Bergen op Zoom leegstaande zorgpanden (zoals het oude ABG en de Scheldeflat) nog maatschappelijk benut zijn voor anti-leegstand lijk bij het Ketrientje aangestuurd op volledige sloop en nieuwbouw.
Toegegeven, de eerste ontwerpplannen die aan de omwonenden zijn getoond, zien er voorbeeldig uit. Maar er wordt ook gekeken naar ecnonomische rentabiliteit. En daarbij past géén behoud van de gevel aan de Vismarkt (St Catharinaplein). Tegenover onze redactie liet een woordvoerder van de Vereniging Binnenstad (VB) weten dat het mooi zou zijn als de gevel behouden kan blijven. Het artikel stond nog niet online of de pr-chef van tanteLouise belde op: dat kán de VB niet gezegd hebben. Of we het bericht maar wilden corrigeren. En kort daarna belde het bewuste bestuurslid onze redactie terug: hij wilde zijn uitspraken terugdraaien. Anders kreeg hij problemen met zijn positie in de cliëntenraad van TanteLouise.
Binnen de VB leidde de kwestie over de Ketrienje-gevel zelfs tot een interne scheuring: voorzitter Piet Juten (dezelfde) moest het veld ruimen omdat hij weigderde overstag te gaan en in te stemmen met de sloop. Opnieuw benaderde Juten het Cuypersgenootschap en opnieuw lijkt hij zijn gelijk te krijgen. Een gemeente die zó prat gaat op haar monumentale erfgoed, heeft een dure plicht na te leven. Veel gebouwen waar we nu trots op zijn, hebben ooit op het randje van omvallen gestaan. De Gevangenpoort, het Markiezenhof, het stadhuis op de Grote Markt en zelfs het volledige havenkwartier stonden op de nominatie van de sloop.
Uiteindelijk zijn de gebouwen gered door daadkrachtige burgemeesters zoals De Roock en Peters, of door protesten vanuit de samenleving. En ook nu zal het mogelijk blijken om de Vismarkt toch te herontwikkelen mét behoud van het oude gebouw. Misschien met een andere ontwikkelaar, misschien met iétsjes minder winst. Over een paar decennia zal niemand zich dat nog beseffen. De geschiedenis herhaalt zich namelijk keer op keer. In een stad met zóveel geschiedenis is het bijna onmogelijk om aan die herhaling te ontkomen.