Joost mag het weten: Op afstand zetten (2)

(Illustraties: Pixabay / Mohamed Hassan)

Vorige week schreef Joost in zijn financiële rubriek ‘Joost mag het weten’ over de regionale samenwerkingsverbanden. Maar de gemeente Bergen op Zoom heeft ook eigen NV’s en BV’s. Daar gaat hij deze keer dieper op in.

door: Joost Pals, gemeenteraadslid en financieel woordvoerder van de VVD

Het gaat dan om NV’s en BV’s waar de gemeente de enige eigenaar van is. Voorbeelden zijn zwembad De Schelp (BV) en Aangenaam BoZ (NV). Daarmee worden de taken zogezegd ‘op afstand’ gezet. Veelal een bewuste keuze om de taken minder onderhevig te laten zijn aan politieke discussie. Het is vergelijkbaar met wat de landelijke overheid doet met de zogenoemde ‘zelfstandige bestuursorganen’ (ZBO’s) zoals bijvoorbeeld het UWV en de SVB.

Vestigingsklimaat

Bij de NV Aangenaam BoZ gaat het om citymarketing en het vestigingsklimaat voor bedrijven. Wanneer die taken door de ‘eigen’ gemeentelijke organisatie zou worden gedaan, dus niet als NV, dan vallen ze onder een ander regime van verantwoording. De NV vorm zorgt ervoor dat er minder gedetailleerde toezichtregels gelden. Je kunt hier een hele discussie over voeren: principieel of pragmatisch zijn.

Gemeente blijft aansprakelijk

Dat ‘op afstand’ zetten heeft iets curieus. De perikelen rondom het RVS van zwembad De Schelp hebben dat beeldend aangetoond. Want de enige eigenaar is… de gemeente Bergen op Zoom. Dus wie draait op voor de kosten als de zaak in de soep loopt? De eigenaar. De gemeente Bergen op Zoom. Of de NV of de BV nu op afstand is gezet of niet.

Bestuurlijke poespas

Anderzijds brengt zo’n NV of BV structuur een hoop bestuurlijke poespas met zich mee. Een directeur, een Raad van Commissarissen, er worden formeel vergaderingen van de aandeelhouder(s) georganiseerd. Jaarstukken. Accountantsverklaringen. En dat allemaal voor een zwembad. In het rapport dat onderzoeksbureau Proof schreef over De Schelp komt die complexe structuur – en het in de praktijk niet naleven ervan – heel nauwkeurig aan de orde.

Cultuurbedrijf

Je zou denken dat het enthousiasme voor die laatste vorm toch wel klaar zou zijn. Toch niet. Voor de culturele hoek leeft ook de gedachte om het op afstand te zetten als ‘Cultuurbedrijf’. Die term wordt nu al gebruikt, maar wekt een verkeerde gedachte: het is nu nog gewoon een afdeling van de gemeente zoals alle andere. Het klinkt hooguit wat zakelijk, Cultuurbedrijf. Het Markiezenhof, De Maagd en de muziekschool vallen onder die afdeling.

Takenpakket

Dan is er nog een boekhoudkundig aspect aan het ‘op afstand zetten’. Want wat gebeurt er als je een deel van je gemeentelijke takenpakket in een BV of NV stopt? Dan kunnen daar zowel activa (bezittingen) als passiva (schulden) naartoe. Vestzak broekzak, zou je zeggen, maar voor de gemeente neemt de (eigen) schuld dan wel af. De bezittingen ook, maar op papier kan het dan florissanter lijken.

Oók mentaal op afstand

Een taak ‘op afstand zetten” heeft pas echt nut als je het niet alleen financieel en juridisch op afstand zet, maar ook mentaal. Dus dat je het daadwerkelijk niet meer als gemeentelijke taak beschouwt. Zonder dat laatste komt onherroepelijk een moment dat de gemeente bij problemen toch zal mogen bijpassen: “want het is toch zo heel erg zonde als (…) op de fles zou gaan”, zul je dan horen. Zo’n nep-verzelfstandigde NV of BV voelt dat ongeschreven vangnet haarfijn aan en zal geen organisatiecultuur van zelfstandigheid krijgen.

Schijn

Eigen NV’s en BV’s van de gemeente? Vaak enkel de schijn van zelfstandigheid. Met de gemeente nog altijd als risicodrager.