BERGEN OP ZOOM – Duoraadslid Camiel van der Meeren en fractievoorzitter Ton Linssen reageren bezorgd op het nieuws dat Bergen op Zoom alsnog 104 statushouders moet gaan opvangen. Ze vinden de gemaakte afspraken met de provincie niet reëel en wijzen op het feit dat de gemeente al genoeg sociaal-maatschappelijke problemen heeft.
Lijst Linssen noemt de opvang van de 104 statushouders die Bergen op Zoom alsnog moet opvangen ‘versneld’ maar eigenlijk is er sprake van een inhaalslag. De gemeente loopt achter in het realiseren van huisvesting en heeft van de provincie hiervoor nog anderhalf jaar de tijd gekregen.
Volgens Van der Meeren en Linssen klopt van die cijfers niets. Toen het aantal verwachte vluchtelingen mee bleek te vallen, werd de opvang van statushouders herverdeeld over de Noord-Brabantse gemeenten. Lijst Linssen denkt dat die verdeling niet evenredig heeft plaatsgevonden. Bovendien vindt de fractie dat er eerst een aantal lokale problemen opgelost zouden moeten worden. Te denken valt dan aan werkloosheid, het grote aantal uitkeringsgerechtigden, de schulden van de gemeente en de druk op sociale huurwoningen.
'Exorbitante bedragen’
De partij is altijd al tegen de opvang geweest, haalt hun brief aan. Mede vanwege de ‘exorbitante bedragen’ die worden gegeven voor de huisinrichting van statushouders. Omdat die bedragen waren vastgesteld tot september 2016, roept de fractie het college op hier nog eens naar te kijken. Daarnaast wijzen het duoraadslid en de fractievoorzitter nogmaals op de problemen die lokaal al spelen. Ze vrezen verergering hiervan, bijvoorbeeld op huisvestingsgebied. Ook de tekorten op budgetten voor het aanpakken van werkloosheid en uitkeringen stemmen tot zorgen bij Lijst Linssen. De vrees is dat de statushouders lang of zelfs structureel afhankelijk zullen zijn van een uitkering. Of Den Haag bijspringt is niet duidelijk, stellen Van der Meeren en Linssen. Verder steekt het dat ze uit de media moesten vernemen dat de gemeente alsnog die opvang zal moeten realiseren. Ook daar is het laatste nog niet over gezegd, meldt hun brief aan het college.