Rutte: géén zakken met geld, wél inzetten op verbindingen

HALSTEREN – Ik ben trots op wat hier gebeurt", zegt premier Markt Rutte na afloop van het werkbezoek aan het Halsterse bedrijf Metrical. Voor Rutte is dit 'oer-Nederlandse' bedrijf hét voorbeeld van ecomisch vernieuwing in de regio. "Een pareltje in de maakindustrie." Van bedrijven zoals deze, dáár moet de regio het van hebben!

West-Brabant -en met name de regio Bergen op Zoom- heeft kansen, zegt de premier. "Dat is ook wat ik vrijdag in het kabinet ga vertellen, na aanleiding van mijn bezoek hier. De economie groeit bovengemiddeld, 3 procent op jaarbasis ten opzichte van 2 procent als landelijk gemiddelde. Een regio die zwaar onder de economische crisis heeft geleden herstelt zich van de klappen. En die waren niet mis, denk aan de ontslagen bij Phillip Morris."

Moderne maakindustrie

Rutte is door zijn bezoek extra overtuigd van de kansen als vestigingsgebied voor nieuwe bedrijvigheid in de moderne maakindustrie. Het herstel na de crisis gaat snel. "Economie is geen foto, maar een film. Het is een proces in beweging", zo haalt Rutte de woorden aan van de Commissaris van de Koning, Wim van der Donk. Al met al méér kansen op banen en dat betekent: werk, werk en nog eens werk.

Geen zakken met geld

De premier ziet voor de rijksoverheid vooral een ondersteunende taak weggelegd. "Zakken met geld zijn niet nodig, geld is er al genoeg", zegt de premier. "Er ligt méér een taak in het leggen van verbindingen. "Bijvoorbeeld met de nieuwe A4, met gerichte investeringen in samenwerkingen met onderwijs en met slim investeren in logistiek." Hij verwijst daarbij naar de economische kanssectoren zoals biobased. De nieuwe A4 ligt er alweer een jaar en ook de minister-president moet toegeven dat het reizen nu een stuk sneller gaat. Maar in dit jaar is het verkeer snel toegenomen en het kan maar zó zijn dat uitbreiding naar zesbaans noodzakelijk is. "Alles stap voor stap", antwoordt hij lachend. "Laten we vooral blij zijn en profiteren van wat er al ligt." 

Tekst: Han Verbeem / foto: Mireille Hoetelmans