Van de Donk wil gezamenlijke Brabantse aanpak vluchtelingen

Volgens Commissaris van de Koning, Wim van de Donk, moeten de gemeenten vóór 15 mei plannen inleveren om tot een gezamenlijke aanpak te komen. (Foto: Provincie Noord-Brabant)

BERGEN OP ZOOM / DEN BOSCH – De taakstelling van het Rijk met betrekking tot de opvang van vluchtelingen wordt met de huidige werkwijze niet gehaald. "Dat kan alleen als de gemeenten en de provincie nauw samenwerken en iedereen meedoet." Die dringende oproep doet de Brabantse Commissaris van de Koning, Wim van de Donk. Hij constateert dat er ook draagvlak is voor een eigen, Brabantse, aanpak. Er is daarvoor een (sub)regionale aanpak ontwikkeld, zo heeft Van der Donk vanmorgen bekendgemaakt. De gemeenten moeten vóór 15 mei met concrete plannen komen. Dat geldt óók voor de gemeente Bergen op Zoom.

In de afgelopen maanden zijn er in Brabant 10.000 opvangplaatsen voor vluchtelingen in noodopvang en Azc’s gerealiseerd. Door de gestegen instroom en het beëindigen van de tijdelijke opvang op een aantal locaties ontstaat er in de komende maanden een tekort aan opvangcapaciteit van 7200 plaatsen. "In het totaal zijn er in 2016 in Noord-Brabant 14.000 plaatsen nodig volgens de hoogste prognoses voor de instroom."

Taakstelling

De Brabantse gemeenten hebben naar rato van de bevolking een taakstelling gekregen voor de opvang van asielzoekers. Daarbij is rekening gehouden met die gemeenten die nu al een grote inspanning verrichten bij de opvang van vluchtelingen. Bij het realiseren van een AZC of noodopvang geldt een ondergrens van het COA van 300 plaatsen of 200 plaatsen wanneer er sprake is van een satellietopvang in de nabijheid van een bestaand AZC. In een aantal gemeenten wordt de haalbaarheid van een experimentele aanpak onderzocht.

"De meeste gemeenten in Brabant hebben een taakstelling die zo laag is dat er geen AZC of noodopvang gerealiseerd kan worden", stelt de provincie. "Het is de bedoeling dat de gemeenten in (sub)regionaal verband plannen maken. Zij kunnen daarbij desgewenst ook de huisvesting van de toegelaten vluchtelingen, de statushouders betrekken." Elk gemeentebestuur blijft aanspreekbaar voor de eigen taakstelling voor de realisatie van de (nood)opvang maar kan die onderbrengen in een ‘deal’ op het niveau van de (sub)regio. "Door deze integrale Brabantse aanpak kunnen de gemeenten in hun (sub)regio komen tot een integrale aanpak van de (nood)opvang van vluchtelingen en de huisvesting van statushouders, een bestaande gemeentelijke taak, evenals de bevordering van integratie, onderwijs, arbeid en draagvlak."

Veiligheidsregio's

De indeling van de (sub)regio’s is in nauw overleg met de voorzitters van de veiligheidsregio’s tot stand gekomen. "In iedere regio is een coördinerend burgemeester aangewezen. De indeling sluit zoveel mogelijk aan bij de bestaande samenwerkingsverbanden op het gebied van ruimte en wonen. De commissaris van de Koning heeft de voorzitters van de veiligheidsregio’s op grond van zijn ambtsinstructie aangewezen als eindverantwoordelijke voor de realisering van de opgave in hun regio."

Opvangcapaciteit

De opvangcapaciteit in Brabant moet voor 70% uit langdurige opvang bestaan, 2 tot 5 jaar en langer, zoals in een AZC en voor 30% uit kortdurende noodopvang (1 tot 2 jaar). Het gaat in het totaal om 9800 opvangplaatsen in een AZC en 4200 opvangplaatsen in de noodopvang.

Bron: Provincie Noord-Brabant