Minister Carola Schouten van Natuur, Landbouw en Voedselveiligheid. (Tekst: Han Verbeem, foto: Hans-Jorg van Broekhoven)
BERGEN OP ZOOM – De nieuwe fabriek van Protix levert larven van de zwarte soldatenvlieg als diervoer voor kweekvissen en pluimvee. Maar minister Carola Schouten voorziet zelfs dat insecten uiteindelijk ook op het menu van de Nederlandse consumenten komen te staan, zo spreekt ze dinsdag bij de 'grand opening' van Protix. "Ik zou zeggen: waarom niet? De sector is al bezig om deze markt te verkennen. Natuurlijk binnen de grenzen van diervriendelijkheid en voedselveiligheid. Overal ter wereld eten mensen al eeuwen insecten. En meelwormen en krekels worden nu al verwerkt in producten als insectenburgers."
De bewindsvrouwe ziet sowieso kansen voor insecten als proteïnerijke diervoeders. "Het scheelt een hoop extra transport en dus belasting van het milieu. We kunnen de import van soja en vismeel dan terugdringen. Voor larven hoeven we geen bossen te kappen of zeeën leeg te vissen. En bij de teelt van larven komt veel minder water, grondoppervlakte en uitstoot van broeikasgassen kijken."Een stap verder zou het zijn als de larven zich kunnen voeden met dierlijke mest. "Dat is hun natuurlijke habitat. Daarmee wordt een laagwaardige reststroom ingezet voor hoogwaardige eiwitten. Dat is kringlooplandbouw op zijn best."
Erik of het Klein Insectenboek
De minister maakt in haar betoog een vergelijking tussen Protex en het boek 'Erik of het Klein Insectenboek' van Godfried Bomans. In het boek beleeft de hoofdpersoon Erik, een kleine jongen nog, avonturen in de insectenwereld. Eén insect met indrukwekkende eigenschappen ontbreekt echter in het boek van Bomans, zo merkt de bewindsvrouwe op: de zwarte soldatenvlieg. "De geelbruine larve van deze vlieg kan in anderhalve week tien keer groter worden. Een eiwitbommetje is het. En ik maar denken dat de eetlust van pubers fenomenaal was!" Schouten krijgt daarmee de lachers in de zaal op haar hand. "Deze larve speelt de hoofdrol in het bedrijfsverhaal van Protix. En ook dit een verhaal leest als een jongensboek." Het pionierswerk van Protix-ondernemers Aarts en Arsiwalla is grensverleggend in de wereld van de eiwittransitie. "Ik ken veel boeren die knappe ondernemers zijn. Maar in dit geval gaat het andersom, en ontpoppen de ondernemers zich als boer."
Doorgaan waar anderen afhaken
Waar anderen niet eens op het idee waren gekomen, of allang waren afgehaakt, gingen deze ondernemers verder – zo merkt de minister op. "In een paar jaar tijd ontstegen ze het niveau van hobbykwekers. Ze kregen het voor elkaar om een gecontroleerde omgeving te creëren voor productie op grote schaal, via een voorspelbaar proces." Dergelijke ondernemers zijn 'van onschatbare waarde voor de toekomst van de landbouw", zegt Schouten. "Mensen die verder kijken, buiten de bestaande kaders. We kunnen trots zijn op deze Nederlandse innovatie."
Nog veel research nodig
Vooralsnog zal het nog enige tijd duren voor insecten ook voor menselijke consumptie gekweekt kunnen worden, constateert de minister van LNV, want er is nog veel onduidelijk. "Wat betekent de insectenteelt bijvoorbeeld voor de volksgezondheid? En hoe zit het met het dierenwelzijn van de insecten… zijn het wezens met gevoel? Hoelang blijven Europese regels de insectenteelt belemmeren? Hoe kan de insectenteelt concurrerend worden? Want insecteneiwitten zijn momenteel duurder dan soja-eiwitten." Vragen volop, maar aan het antwoord wordt gewerkt. In elk geval bij Protix. De onderneming heeft ook een vestiging in het Suikerlab, de broedplaats voor de agrofoodsector waar samen met onderwijsinstellingen als HAS en Avans volop aan research en development wordt gedaan. De opening van de larvenfabriek van 15.000 m2 is een nieuwe stap in een verdere ontwikkeling van de 'booming' agrofood-economie in zuidwestelijk Nederland.